Lees ook: Welke lessen trekken we uit de containerramp?
Dat is niet anders gegaan na het overboord vallen van 342 containers van de MSC Zoe, juist toen dat containerschip ten noorden van de Waddeneilanden passeerde, op 2 januari 2019. In scheepvaartkringen wordt het overboord slaan van lading afgedaan als incident maar ook in die wereld is nu wel doorgedrongen dat ‘ramp’ een passender woord is voor de milieuschade en de kosten die de wijdverbreide en deels onmogelijk op te ruimen troep veroorzaakte, en het gevaar dat containers op de zeebodem nog altijd vormen.
Zeven containers
Meer dan een jaar na dato is er nog niets veranderd in wet- en regelgeving. Dat is lastig, liet minister Van Nieuwenhuizen eerder weten toen de Tweede Kamer een noodwet bepleitte om de zuidelijke Waddenroute te sluiten. Nederland kan niet op eigen houtje een internationale scheepvaartroute blokkeren. Het rijk wil bovendien wachten op informatie over de toedracht van het ongeluk. De Onderzoeksraad voor Veiligheid is, met Duitse en Britse collega-instanties, nog aan het onderzoek naar de oorzaak bezig; het rapport wordt dit voorjaar verwacht.
Nu dinsdag opnieuw zeven containers te water raakten ten noorden van Ameland vraagt het parlement opnieuw om directe noodmaatregelen. Maar veel kan de overheid op korte termijn niet doen. De kustwacht kan schepen bij slecht weer aanraden om route zus te mijden en liever route zo te kiezen. Maar reders zijn vrij te doen wat ze zelf verantwoordelijk achten. En onder die verantwoordelijkheid scoort bij reders kostenbeperking mogelijk hoger op de prioriteitenlijst dan het inschatten van risico’s.
Het containerschip OOCL Rauma is afgelopen nacht aangekomen in @PortOfRotterdam. / Een Duits patrouillevliegtuig van het Havariekommando heeft woensdagmiddag gevlogen over de posities waar de overboord gevallen containers zijn gemeld. Ze hebben niets zien drijven. 1/2 pic.twitter.com/E1ogrSASfC
— Kustwacht Nederland (@Kustwacht_nl) February 13, 2020
Berging
Intussen is er op langere termijn beterschap te verwachten. Nederland kreeg afgelopen november voor twee jaar een zetel in het dagelijks bestuur van de Internationale Maritieme Organisatie. Daarmee kan de minister hopelijk dit jaar al echt de bakens verzetten op het gebied van verduurzaming en veiliger maken van de scheepvaart. Nederland is klein maar zijn belangen zijn groot: Hollands smalle kust wordt niet alleen door blanke duintoppen maar jaarlijks ook door 250.000 passerende schepen begroet. Het zou al grote winst zijn als dwingende afspraken kunnen worden gemaakt over het verplicht vastmaken van trackers op containers die op een schip worden gehesen. Dat maakt terugvinden na het overboord gaan niet zo’n ondoenlijke zaak als het nu is (van MSC Zoe zijn nog tientallen containers zoek ondanks dure bergingsoperaties).
Natuurlijk kan elke consument uiteindelijk te rade gaan bij zichzelf: al die megalomaan grote op-slagruimten die overal in Nederland verrijzen, al die containers vol spullen zijn een direct gevolg van kooplust die zeker sinds de intrede van online shoppen een enorme vlucht heeft genomen. Maar dat ontslaat de regelgevende instanties niet van de urgentie onveiligheid in te dammen.
De Tweede Kamer wil de zuidelijke route in de Noordzee dicht bij storm. Schip OOCL Rauma verloor deze week niet vijf maar zeven containers boven de Waddeneilanden https://t.co/2x79uRqnTv
— Friesch Dagblad (@frieschdagblad) February 13, 2020