Scholen in het speciaal onderwijs volgen bijna allemaal de lijn die is uitgezet voor het reguliere onderwijs: afstandsonderwijs en gedeeltelijke noodopvang. Hoewel het percentage leerlingen dat kwetsbaar is in het speciaal onderwijs groter is, zien de scholen meer gezondheidsrisico’s in het openhouden van de scholen. In andere delen van het land besloten sommige scholen in het speciaal onderwijs juist wel open te gaan. Dit is ook wat het Outbreak Management Team (OMT) adviseert.
,,Een dilemma”, noemt Mirjam Pruiksma, bestuurder van SO Fryslân, het besluit om hoofdzakelijk toch afstandsonderwijs te bieden. De scholenkoepel heeft zeven scholen verspreid door Fryslân, onder andere in Franeker, Leeuwarden, Damwâld en Oosterwolde. ,,Zoals na elke persconferentie ontstond er ook de laatste keer onduidelijkheid over het speciaal onderwijs. Daarbij was verwarring over de uitzonderingspositie van het speciaal onderwijs. Wel open of niet? Wij hebben daar onze eigen afweging in gemaakt en besloten de lijn van het reguliere onderwijs te volgen.”
We hebben het over de kwetsbare leerling, maar zien ook steeds meer kwetsbare ouders
Dat betekent afstandsonderwijs voor alle leerlingen en fysiek onderwijs in de noodopvang voor de kwetsbaarste leerlingen of met ouders met een vitaal beroep. In de praktijk komt het neer op een bezetting van ruim 25 procent van de noodopvang. ,,Dat betekent dat we veel leerlingen nog steeds met enige regelmaat zien”, zegt Tseard Fabriek, directeur van school Lyndensteyn in Beetsterzwaag.
Omdat de school ook diplomagericht onderwijs aanbiedt, tot en met het vmbo, is een deel van de examenleerlingen en zij die praktijkvakken volgen ook op school.
Het is lastig voor de school om het rooster vol te krijgen. ,,We hebben van de 130 leerlingen er nu 45 in de noodopvang. Maar de leerkrachten moeten ook nog afstandsonderwijs verzorgen. We hebben er een roosteraar op gezet om dit rond te krijgen.”
Ouders
Net als in het reguliere onderwijs, melden steeds meer ouders zich voor noodopvang. ,,We beoordelen elke aanvraag, maar proberen met ouders ook naar een alternatieve dagbesteding te kijken. Dat is er ook nog steeds.” Dat ouders in deze lockdown soms vastlopen, heeft zijn begrip. ,,Kijk maar naar mijn leerkrachten, ze geven afstandsonderwijs, zijn soms op de noodopvang en hebben zelf ook nog kinderen les te geven.”
Bij RENN4, een school voor leerlingen met gedragsproblemen, psychiatrische stoornissen, leerproblemen of een verstandelijke beperking, is ook gekozen voor afstandsonderwijs en noodopvang. ,,De bezetting van onze noodopvang is ruim 40 procent van ons leerlingenaantal”, zegt Itie ter Steege, teamleider van RENN4. De scholenkoepel heeft dertig locaties in Fryslân, Groningen en Drenthe. ,,We hebben alle leerlingen in beeld en houden de vinger aan de pols. Al zijn er natuurlijk ook leerlingen over wie we ons zorgen maken.”
Open voor noodopvang
Bij It Twalûk, school voor speciaal onderwijs in Leeuwarden en Franeker, zijn de scholen alleen open voor noodopvang. Toen het speciaal onderwijs als eerste open mocht na de eerste lockdown, zag teamleider Bertus Procee dat het niet altijd goed ging. ,,Afstand inbouwen in ons type onderwijs is nu eenmaal niet te doen. Ineens was beweging in de klas niet meer mogelijk. Zaten onze leerlingen de hele dag op hun stoeltje. Het werd er niet beter van.”
De bezetting op de noodopvang loopt op sommige locaties op tot 60 procent, ziet Procee. En dan vooral in het speciaal basisonderwijs. ,,We hebben het over de kwetsbare leerling, maar zien ook steeds meer kwetsbare ouders bovendrijven.” Dat er tegenstrijdige adviezen rondgingen over het speciaal onderwijs, hielp ook niet mee.
Drukker
Bij het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Friesland zien ze dat de noodopvang uitdijt, zowel in het speciaal als in het reguliere onderwijs. Met een speciaal regieteam worden scholen ondersteund om de kwetsbare leerling deze periode goed door te laten komen. ,,Dat gaat nu al een stuk beter dan in maart”, zegt directeur Ludo Abbink. Maar zorgen blijven er. ,,Vooral hoe de leerlingen hier uit komen. Wordt de groep kwetsbare kinderen na deze lockdown niet te groot? En wie dreigen er in die groep te raken? Gelukkig hebben leerkrachten hun ogen overal goed open.”