Met het gisteren aangekondigde vertrek van Sybren Posthumus (FNP) – overigens na tien jaar Statenlidmaatschap – zijn er sinds de installatie van de nieuwe Provinciale Staten in 2019 al vijftien van de 43 Statenleden mee gestopt. We tellen Michiel Schrier (SP) daarbij alvast mee, die burgemeester van Vlieland wordt.
Vijf van de vijftien staken slechts over naar het college om gedeputeerde te worden (waarbij Johannes Kramer al snel afzwaaide naar Dokkum), maar dan blijven er toch nog tien Statenleden over, dus bijna een kwart van het totaal, die de provinciale politiek midden in een bestuursperiode inruilden voor een ‘functie elders’.
Vertrek
Nieuwbakken fractievoorzitter Matthijs Sikkes-van den Berg van GrienLinks verkoos bijna meteen al een wethouderschap in Diemen boven zijn Statenzetel. Marijke Roskam (PvdA) en Dennis de Calonne (ChristenUnie), beiden ook net nieuw, vonden het Statenwerk niet goed te combineren met werk en gezin. Kort daarna stopte Lilianne van den Broek (PvdA), maar dat was wegens ziekte.
Corlienke de Jong (FNP) zei dat ze meer tijd nodig had voor haar baan in het onderwijs, Rinie van der Zanden (PvdD) was op zeventigjarige leeftijd toe aan meer rust. FVD’er Johann Stellema stopte onlangs ,,gedemoraliseerd” door aanvallen op zijn landelijke partijleider, en D66-voorman Romke de Jong zit nu in de Tweede Kamer.
In 2019 kwamen er 27 mannen en zestien vrouwen in de Staten, maar binnenkort zijn er nog maar elf vrouwen over, tegen 32 mannen
Hun opvolgers zijn vaker man en op leeftijd. In 2019 kwamen er 27 mannen en zestien vrouwen in de Staten, maar binnenkort zijn er nog maar elf vrouwen over, tegen 32 mannen. Bovendien is het jonge groen hier en daar vervangen door, positief geformuleerd, wat meer levenservaring: de nieuwkomers van de laatste twee jaar hebben een gemiddelde leeftijd van 58 jaar.
Collectief geheugenverlies
Meer Statenervaring hebben ze niet per se. De leden die al langer dan twee jaar in het provinciehuis rondlopen, zijn tegenwoordig duidelijk in de minderheid. Hoe begrijpelijk de redenen van vertrekkers ook zijn, feit blijft dat er steeds minder Statenleden zijn die nog herinneringen hebben aan beslissingen die eerder zijn genomen, de redenen voor die besluiten, oplossingen die toen niet gewerkt hebben of moties die eerder in een la zijn verdwenen.
Lees ook: Vertrouwen in de politiek loopt knauw op, ook in Fryslân
Dat betekent haast onvermijdelijk: een minder scherpe controle op de macht in Fryslân, en daarmee meer speelruimte voor gedeputeerden en ambtenaren om hun stempel te drukken op beleid. De Statenzaal is wat dat betreft net de Tweede Kamer: de tegenmacht verzwakt.
Als de democratische controle op het provinciebestuur ons wat waard is, zal de Statenzaal dus weer een plek moeten worden om te blijven
Om het tij te keren zou er daarom in ieder geval een veel ruimere rijksvergoeding moeten komen voor Statenleden, die nu voor een schijntje al snel zo’n twintig uur per week kwijt zijn aan Statenwerk.
Met lastige afwegingen rond woningbouw, energietransitie en verduurzaming van de landbouw zal het toneel van de provinciale politiek de komende jaren juist aan belang winnen. Als de democratische controle op het provinciebestuur ons wat waard is, zal de Statenzaal dus weer een plek moeten worden om te blijven. Want volksvertegenwoordiging is een zaak van de lange adem.
De Statenzaal heeft stayers nodig.