Een meditatie op het menselijk bestaan van Machteld Siegmann in haar nieuwe roman 'Wachter op de morgen' | Boekrecensie
Op niveau blijven na een succesvol debuut is voor veel schrijvers lastig. Niet voor Machteld Siegmann, die met Wachter op de morgen een indrukwekkende nieuwe roman schreef. De oude Tak is aan het woord, als de nacht valt.

Afbeelding ter illustratie. Foto: Shutterstock
Twee bladzijden moet je eraan wennen, dan heb je lijn te pakken: in Wachter op de morgen , de tweede roman van Machteld Siegmann (1972), is de oude heer Tak de Houwer aan het woord. En dat blijft hij, het hele boek lang. In de literatuurwetenschap heet dit een ‘monologue intérieur’ ofwel een innerlijke monoloog. Zo’n vertelwijze is vaak best intensief voor lezers, want alles draait maar rond in dat ene brein, dat de ganse buitenwereld op zichzelf betrekt. Maar je kunt het ook wat meer ontspannen aanpakken, en dat gebeurt in Siegmanns roman.