Zoekgeraakt in de tijd: Richard Hemker brengt in een exotisch decor de zestiende-eeuwse mens en diens wereld tot leven | Boekrecensie
‘Op de tweede paasdag van het jaar 1557 werd Dedalo geboren. Het was een uur voor zonsopgang.’ Zo luidt het begin van de roman Dedalo, uit zee opgestaan van Richard Hemker. Deze Dedalo, achternaam Pisconieri, woont met zijn ouders Toldo en Illaria op Arbe, een klein eiland voor de Kroatische kust. Drie Italiaanse vissersfamilies hebben op die verlaten plaats een eigen nederzetting gesticht waar zij een moeizaam bestaan leiden. Maar het toneel van de vertelling is breder dan alleen dit eilandje.

Richard Hemker. Foto: Peter Boer
In het breed uitwaaierende verhaal neemt Hemker ons ook mee naar de Joodse gemeenschap in Ferrara, naar rabbi Bengo Fano en zijn pleegdochter Galla. Deze rabbi is geen scherpslijper, hij slaat zich pragmatisch door het leven. ‘Hij bleef in gepaste ijver voorgaan in de sjoel en binnen de muren van Ferrara droeg hij bij voorkeur de stijve jas en slappe hoed die de tekenen vormden van zijn functie. Buiten de muren van de stad ging hij, afhankelijk van zijn voornemen, liefst gekleed als christen en hij zette een overtuigende koopman neer.’ Na het overlijden van haar pleegvader verhuist Galla naar Venetië, uiteindelijk zal zij terechtkomen in Constantinopel.