Bescherming van de godsdienstvrijheid is niet langer vanzelfsprekend in de VS
Godsdienstvrijheid was lang een van Amerika’s meest gekoesterde idealen. Dat heeft alles te maken met de komst van Europeanen die hun continent ontvluchtten omdat ze daar hun geloof niet in alle vrijheid konden belijden. Nadien is dit recht verankerd in het eerste amendement van de grondwet, en uitgegroeid tot een fundamenteel principe. Maar inmiddels staat de vanzelfsprekendheid onder druk.

Demonstranten voor religieuze vrijheid. Foto: EPA
Een uitspraak van het Amerikaanse hooggerechtshof beperkte in 1990 het recht van Amerikanen om hun religie vrij uit te oefenen: losse wetgeving zou boven het eerste amendement van de grondwet gaan. In reactie daarop nam het Amerikaanse Congres in 1993 met overweldigende meerderheid de Religious Freedom Restoration Act (RFRA) aan. Deze wet maakte nog meer werk van de bescherming van religieuze praktijken: de lat voor ingrijpen door de overheid kwam hoog te liggen.