Eenzaamheid maakt plaats voor vriendschap in het inloophuis

Inloophuis ’t Centrum in de Grote Kerk van Drachten bestaat tien jaar. Dat wordt morgen gevierd door de vaste bezoekers en de vrijwilligers. „Onze gasten zijn soms eenzaam, maar op de zaterdagmiddag voelen ze verbondenheid met elkaar.”

René Klaassen en gastvrouw Lies Kruiper hangen de vlag uit bij Inloophuis ’t Centrum in Drachten. Morgen vieren ze het tienjarig bestaan van het inloophuis in de Grote Kerk.

René Klaassen en gastvrouw Lies Kruiper hangen de vlag uit bij Inloophuis ’t Centrum in Drachten. Morgen vieren ze het tienjarig bestaan van het inloophuis in de Grote Kerk. Foto: Marchje Andringa

„We zijn een ontmoetingsplek voor mensen met een kleine beurs en mensen die eenzaam zijn”, zegt René Klaassen, coördinator van Inloophuis ’t Centrum. „Vaak vallen die twee groepen samen.”

Iedere zaterdag komen twintig tot 25 mensen naar de achterzaal van de Grote Kerk van Drachten. Ze drinken een kop koffie, praten met elkaar en spelen een spelletje. „We zijn dit tien jaar geleden gestart vanuit de Protestantse Gemeente Drachten. Na de fusie tussen de hervormden en gereformeerden in Drachten kreeg de Grote Kerk een bovenwijkse functie, met onder meer aandacht voor maatschappelijke problemen. Het idee van een inloophuis kwam toen al snel bij ons op als een manier om aanwezig te zijn in de samenleving.”

Vaste bezoekers

Het liep geen storm bij de opening van het inloophuis. „We hebben een doelgroep die moeilijk te bereiken is. Daardoor heeft het geen zin om op een zaterdag flyers uit te delen in een winkelstraat. De eerste dag dat we open waren kwam er niemand, de tweede week kwamen twee mensen, zo liep het op.”

De kerk draagt ook financieel bij, maar het kerkelijke ligt er niet bovenop; het gaat om de ontmoeting

De huidige groep bestaat grotendeels uit vaste bezoekers. „Een van die twee eerste gasten komt nu nog steeds, dat is wel erg leuk. Verder komen bijna wekelijks dezelfde personen, voor hen is de regelmaat heel prettig: ze weten dat we iedere zaterdagmiddag open zijn, en dat ze bij ons welkom zijn. Soms komen er ook nieuwe gasten.”

Gesprek aanknopen

Om die continuïteit te kunnen bieden, is er een grote groep vrijwilligers. „Er zijn in totaal 28 vrijwilligers actief als gastvrouw of gastheer en als kookvrijwilliger, want twee keer per maand bieden we een maaltijd aan. Die vrijwilligers moeten een antenne hebben voor wat er gebeurt; het kleinste woord dat er bij de gasten uit komt moeten zij kunnen oppakken om een gesprek aan te knopen. Daarvoor krijgen ze twee keer per jaar een toerustingstraining.”

De gasten voelen zich veilig in het inloophuis, merkt Klaassen. „Dat is belangrijk; ze kunnen hun verhaal kwijt zonder dat er wordt geoordeeld. Daarnaast komen ze voor de gezelligheid van het met elkaar zijn. In het dagelijks leven staan deze mensen soms buiten de maatschappij, voelen ze uitsluiting of eenzaamheid. Op die zaterdagmiddag voelen ze verbondenheid met elkaar.”

Als voorbeeld vertelt Klaassen over een van de wekelijkse gasten, die eerder deze maand voor een langdurig verblijf in het ziekenhuis werd opgenomen. „Op de zaterdag ging er een kaart rond, op hun eigen initiatief. En drie mensen van de groep hadden haar al opgezocht in het ziekenhuis. Ik vroeg hoe ze haar kenden, via Caparis misschien, het talent- en werkbedrijf? Want een aantal van onze gasten werkt daar. Maar zij kenden haar alleen via het inloophuis. Ik vind het zo mooi om te horen dat er echte contacten ontstaan. Het inloophuis is voor hen meer dan alleen dat kopje koffie.”

Geen evangelisatie

Het inloophuis is uit de protestantse gemeente ontstaan en komt samen in de Grote Kerk. De kerk draagt ook financieel bij, maar het christelijke karakter ligt er niet bovenop; het gaat om de ontmoeting, niet om evangelisatie. „Niet al onze vrijwilligers zijn kerkelijk, en dat vind ik ook wel mooi: we staan midden in de samenleving. We lezen ook niet iedere zaterdag uit de Bijbel. Wel houden we eens per maand een gebedsmiddag in de kerk, met een korte viering, een lezing en gebed. Daarbij mag iedereen voor een ander een kaarsje aan de paaskaars aansteken. Ze vertellen dan mooie en ontroerende verhalen. Maar niemand is verplicht daar aan mee te doen: de laatste keer waren tien mensen bij de viering, bij de aansluitende maaltijd waren we met zijn twintigen. Vaak gaat bij zo’n maaltijd wel een van de gasten voor in gebed.”

Morgen wordt het tienjarig bestaan gevierd met vrijwilligers en de vaste gasten. „We hebben alleen vertrouwde gezichten uitgenodigd en we zetten de deur ook niet wijd open voor nieuwsgierige mensen: de veiligheid binnen de groep staat ook bij het feestje voorop.”

Nieuws

menu