Hoe Reformator Zwingli wordt herdacht met manshoge selfiebeelden

In de Zwitserse stad Zürich wordt dit najaar het begin van de Zwitserse Reformatie herdacht, vijfhonderd jaar geleden. Twee jaar nadat Maarten Luther in 1517 zijn 95 stellingen publiceerde, keerde ook de Zwitser Huldrych Zwingli (1484-1531) zich tegen de aflatenhandel in de katholieke kerk. Het wordt nu in ‘Zürich Zwinglistad’ herdacht met selfies met Zwingli, een film over het leven van de hervormer, discussies over urgente actuele kwesties en historisch onderzoek naar de vele legendes die de ronde doen over Zwingli.

Hoe Reformator Zwingli wordt herdacht met manshoge selfiebeelden

Hoe Reformator Zwingli wordt herdacht met manshoge selfiebeelden

Verspreid over Zürich staan opvallend aangeklede Zwingli-standbeelden van drie meter hoog: de een heeft een bisschopsmijter en staf, een tweede draagt de kleding van een ouderwetse vliegenier en een derde houdt een bord vast met de tekst ‘Suche Wohnung’, oftewel: woning gezocht. Het is onderdeel van de herdenking van de Zwitserse Reformatie, vijfhonderd jaar nadat Zwingli zich tegen misstanden in de katholieke kerk keerde.

Zwingli werd in 1518 benoemd tot priester in de Grossmünsterkerk in Zürich. In die functie plaatste hij steeds vaker openlijk vraagtekens bij de dogmatiek van de Rooms-Katholieke Kerk. Toen in 1519 een priester aflaten kwam verkopen verzette Zwingli zich daartegen. Naar eigen zeggen was Zwingli op dat moment niet op de hoogte van het werk van Luther, die al in 1517 stelling had genomen tegen de misstanden binnen de kerk.

Zwingli nam steeds verder afstand van zijn katholieke kerk, zo nam hij vanaf 1520 geen inkomen van de paus meer aan. In 1522 startte hij echt met het hervormen: hij raakte er van overtuigd dat alleen de Bijbel, en niet de tradities van de kerk, als bron van het geloof mocht gelden. Zo vond hij het geen probleem wanneer mensen tijdens de vastenperiode toch aten en keerde hij zich tegen het celibaat.

Rooms-Katholieke Kerk

Zwingli’s vernieuwende gedachtegoed verspreidde zich over een deel van Zwitserland, maar er waren ook kantons die loyaal bleven aan de Rooms-Katholieke Kerk. Zij boden fel weerwerk tegen Zwingli’s ideeën. De sfeer raakte gespannen, oververhit zelfs: het leidde tot meerdere religieus gemotiveerde Zwitserse burgeroorlogen. Eerst in 1529 en nogmaals in 1531 streden de protestantse kantons onder leiding van Zürich tegen de vijf katholieke bergkantons in Centraal-Zwitserland. Op 11 oktober 1531 leden de protestanten een zware nederlaag, waarbij de meevechtende Zwingli werd gedood.

De eerste Zwitserse reformator was dan wel overleden, maar de Zwitserse Reformatie was geenszins dood. Heinrich Bullinger, Zwingli’s opvolger als hoofd van de kerk van de stad Zürich, zette het werk voort. Zwitserland bleef verdeeld in een katholiek en een protestants deel. Nog tot in de negentiende eeuw bleef de strijd tussen de twee groepen bestaan; pas in 1847 vond de laatste godsdienstige burgeroorlog van Zwitserland plaats.

Een groot zwaard

Maar wie was Zwingli nou? Het antwoord op die vraag is sterk persoons- en tijdgebonden. Kijk bijvoorbeeld naar het bekendste standbeeld van Zwingli, naast de Züricher Wasserkirche: in het beeld uit 1855 draagt de kerkhervormer in zijn linkerhand een groot zwaard, in zijn rechterhand heeft hij de Bijbel. Het beeld ademt de sfeer van halverwege negentiende eeuw; hier is de Zwingli die strijdt tegen de katholieken vereeuwigd - zo huldigden de negentiende-eeuwse Zwitserse protestanten hun kerkleider.

De moderne Zwinglibeelden die nu verspreid over Zürich staan, zijn gemodelleerd naar dit beeld, alleen met een belangrijke wijziging: het zwaard is verdwenen. Want dat past volgens predikant en initiatiefnemer van het project Christoph Sigrist niet meer: ,,Die strijd hebben we gelukkig overwonnen in multireligieus Zürich.”

De protestantse en katholieke kerken van Zürich werken nu samen in het project ‘Zürich Zwinglistad 2019’. De boodschap die ze over het voetlicht willen brengen: de verschillen uit het verleden laten we achter ons, we pakken nu samen urgente kwesties aan. Daarom krijgt de Zwitserse reformator in de vijftien beelden die in totaal worden gemaakt steeds iets anders in handen geduwd, als vervanging van het zwaard: een protestbord, een zak met zwerfafval of zelfs een bisschopsstaf. Later deze maand verschijnen nog onder meer de ‘integratie-Zwingli’ en de ‘gezondheids-Zwingli’ in de straten van Zürich. Rond de standbeelden houden de kerken gespreksbijeenkomsten over actuele thema’s.

De kerken nodigen inwoners en toeristen uit selfies te maken met de standbeelden en ‘daarna in de Zwinglibar van het exclusieve Zwinglibier en echte Zwingliworst genieten’. Een van de Zwinglibeelden werd op 10 augustus meegevoerd met de Street Parade, een dancefeest in de straten van Zürich dat jaarlijks ongeveer één miljoen bezoekers trekt.

Vermaak tegen elke prijs

Het is een omgang met het verleden die niet iedereen aanspreekt. De Zwitserse militair historicus Hans Rudolf Fuhrer noemt het oppervlakkig. Hij is juist geïnteresseerd in de laag er onder. ,,Maar daar is in de moderne tijd van vermaak tegen elke prijs nauwelijks plaats voor.” Fuhrer heeft tien jaar geleden al een boek over Zwingli gepubliceerd. Nu heeft hij het herdenkingsjaar aangegrepen voor een nieuw onderzoek naar Zwingli’s dood en alle verhalen die de ronde deden, ,,want die mythes zijn te belangrijk om aan de onstuimige roddeljournalistiek te worden overgelaten”.

Een van de verhalen over Zwingli die de ronde deden, kwam uit de koker van Bullinger, Zwingli’s opvolger als leider van de Zwitserse reformatie. Hij verklaarde dat katholieke soldaten een gewonde maar nog levende Zwingli vonden op het slagveld en dat ze hem de biecht wilden afnemen. Toen Zwingli dat weigerde, zouden ze hem hebben vermoord. Het verhaal werd nog in 1984, bij de vijfhonderdste geboortedag van Zwingli, als waar gepubliceerd in het Nederlandse weekblad De Reformatie : ‘Hij was als veldprediker meegetrokken en viel ‘dapper strijdend’. Hij was nl. gewond, werd gevonden en men vroeg hem of hij biechten wilde. Hij schudde z’n hoofd en werd door een zwaard doorstoken.’ Fuhrer: ,,Nepnieuws is geen modern fenomeen. Bullinger gebruikte het verhaal om Zwingli’s voorbeeldige houding van ‘trouw tot aan de dood’ te bewijzen.”

De vijftien beelden worden geveild, waarbij de opbrengst naar het goede doel gaat

Deze conclusie is voor Fuhrer bijvangst in een onderzoek dat hij deed naar de ‘Zwingliwapens’: de helm, de strijdbijl en het zwaard van de reformator. Jarenlang waren het pronkstukken in het Nationale Museum van Zwitserland. Nog in 1981 schreef de museumdirecteur dat Zwingli met deze uitrusting zou hebben deelgenomen aan de slag bij Kappel in 1531, waar hij om het leven kwam, waarna de katholieke inwoners van Luzern zijn wapens zouden hebben geroofd.

Fuhrer en zijn medeonderzoekers onderzochten de objecten zelf en speurden de archieven na, op zoek naar de herkomst van de wapens. Daarbij kwamen ze terecht in de archieven van het wapenarsenaal van Luzern, de katholieke tegenstander van Zürich in 1531. Daar duiken de objecten in 1605 voor het eerst op, zeventig jaar na de dood van Zwingli. In de archieven staan een helm en een strijdbijl genoemd, jaren later is daar nog ‘en zijn zwaard’ bij gekrabbeld.

De Luzerners zagen de objecten als trofeeën, ruim twee eeuwen werden ze in de katholieke stad tentoongesteld. In 1848 keerden ze terug naar Zürich. Onder kanongebulder werden ze de stad binnengedragen. Burgemeester Ulrich Zehnder zei, overmand door patriottische gevoelens: ,,Dit moment is een van de meest ontroerende van mijn leven, een van de belangrijkste van mijn officiële activiteiten”. De terugkeer van de wapens was een vriendschappelijk gebaar van de liberalen uit Luzern, nadat die stad in 1847 een van de vele Zwitserse godsdienstoorlogen had verloren.

Wel of geen twijfel?

Twijfel over de echtheid van de wapens was er niet; ze werden van katholieke trofeeën tot protestantse relikwieën. In 1890 doken ze op in een soort bidboek, waarmee de stad Zürich reclame maakte voor zichzelf als vestigingsplaats van het nieuw te bouwen Nationale Museum. De stad won de strijd om het museum, de wapens kregen een prominente plek.

In de loop van de twintigste eeuw rezen wel twijfels over de echtheid van de wapens, maar goed onderzocht waren ze nooit. Tot nu. Fuhrer: ,,Het blijkt dat de helm niet geschikt is voor oorlog, de strijdbijl is een onbruikbare rariteit en het zwaard is samengesteld uit onderdelen uit verschillende periodes.” Zijn conclusie: het is ondenkbaar dat deze van Zwingli zijn geweest. Inmiddels heeft het museum ze uit de tentoonstelling gehaald.

Fuhrer benadrukt dat hij met zijn onderzoek niets wil afdoen aan het belang van Zwingli. ,,Hij is zonder meer een van de belangrijkste Zwitsers.” Dat is een van de weinige punten waar hij en de meerderheid van de Zwitsers het over eens zijn. Bijna 250.000 Zwitsers bezochten de film over Zwingli, die sinds begin dit jaar in de Zwitserse bioscoop draait. En de reacties op de grote Zwinglibeelden in Zürich zijn overwegend enthousiast en positief.

Vrijdag 6 december worden de vijftien beelden geveild, waarbij de opbrengst naar het goede doel gaat. De kerk verwacht een mooi bedrag op te halen. Fuhrer vreest het ook: ,,Onze studie is betekenisvoller en belangrijker in een herdenkingsjaar dan de zwaardloze beelden, maar de bevolking is alleen maar gericht op ‘Fun-Geilheit’.”