Kunnen we leven met fundamentele, radicale onzekerheid? | Theologenblog

Dolf te Velde. Foto: FD
Van een psychiater kreeg ik het boek Radical Uncertainty (2020) te leen. De twee auteurs, John Kay en Mervyn King, hebben elk meer dan vijftig jaar als econoom gewerkt bij onderzoeksinstituten en banken. Zij leggen uit hoe de economie als wetenschap probeerde de factor ‘onzekerheid’ om te zetten in ‘waarschijnlijkheid’ die met wiskundige statistiek te berekenen valt. De aanname is dat personen, bedrijven en overheden streven naar optimalisatie van hun belang, en dat binnen redelijke marges te voorspellen is welke beslissingen ze daartoe zullen nemen.
De financiële crisis van 2008 heeft, aldus Kay en King, het failliet van deze benadering laten zien. Wat volgens de modellen voor risicomanagement die grote banken gebruikten zo onwaarschijnlijk was, dat de hele geschiedenis van het universum welhaast te kort duurt om het ooit te laten gebeuren, gebeurde toch: één bank die uitstel van betaling moest vragen deed - met een sneeuwbaleffect - het onderlinge vertrouwen tussen financiële instellingen instorten, met als gevolg een wereldwijde kredietcrisis die nog altijd niet is uitgewerkt.
Bankdirecties en overheden namen beslissingen die ze niet met economische modellen konden onderbouwen: er moest gehandeld worden met uiterst onzekere vooruitzichten. De les van Kay en King: belangrijke beslissingen gaan niet over zaken die met redelijke waarschijnlijkheid te voorspellen zijn omdat we de variabelen kennen, maar over variabelen die als zodanig onkenbaar zijn.
Het mysterie
Zo gaat het ook in je persoonlijke leven. Als twee mensen verliefd zijn op elkaar en ze besluiten te gaan trouwen, hebben ze dan alle scenario’s doorgerekend? En is ‘trouwen’ de rationele conclusie? Of is er iets dat hen zo diep innerlijk drijft en verbindt, dat ze samen door het leven willen ‘wat er ook gebeurt’, ‘in goede en kwade dagen’?
Als iemand een nieuwe baan aangeboden krijgt, wat geeft dan de doorslag: een inzichtelijke rekensom van salaris, promotiekansen, woonomgeving? Of beslis je op een ‘onderbuikgevoel’, vanuit persoonlijke waarden?
Vermoedelijk leveren deze vragen een dubbel antwoord op. Enerzijds zien we bij onszelf en anderen de neiging om de grote kwesties van het leven als een rationele puzzel aan te pakken. Dat heeft ook zeker nut: een deel van de gevolgen én van de motieven voor onze keuzes kunnen we op die manier boven water krijgen.
Anderzijds is er in het leven veel dat zich aan optelsommen en kansberekening onttrekt. Kay en King noemen dat ‘het mysterie’. Anders dan een puzzel is een mysterie niet op te lossen: ons ontbreken niet maar een paar stukjes, we weten niets eens hoe het hele plaatje eruitziet.
Onzeker over de afloop
De vraag is of we met die fundamentele, radicale onzekerheid kunnen leven. Onze samenleving vertoont veel risicomijdend gedrag. Werkprocessen worden in protocollen en spreadsheets geperst, waardoor de ruimte voor onverwachte situaties en spontane omgang tussen mensen wordt ingeperkt.
De manier waarop wij met de coronacrisis omgaan, laat dezelfde angst voor onzekerheid zien: alles wordt in data, grafieken en modellen uitgedrukt. We weten zo veel dat we daarmee de illusie oproepen dat ‘we samen corona onder controle krijgen’. Maar omdat we onzeker blijven over de afloop, accepteren we steeds verdergaande maatregelen, ‘want je weet maar nooit’.
God als supercomputer
Nadenken over radicale onzekerheid heeft een onverwachte achterkant als we het op God betrekken. De toekomst is principieel onkenbaar, aldus Kay en King. Geldt dit ook voor God, ‘Die ’t heden kent, de toekomst overziet’?
De afgelopen decennia heeft een theologische stroming zich sterk gemaakt voor een invulling van Gods ‘voorkennis’ die sterk lijkt op de economische modellen waarover Kay en King schrijven. De toekomst is onzeker, en ook God kan die niet met zekerheid kennen. Het beste dat God kan doen, is met een grote mate van waarschijnlijkheid de afloop van de dingen voorspellen. Hier wordt God als een supercomputer voorgesteld, die met onvoorstelbare rekenkracht de scenario’s naast elkaar zet en zo kan voorsorteren op de waarschijnlijkste uitkomst.
Naar mijn overtuiging zit dit ‘open theïsme’ op een verkeerd spoor. Als Schepper heeft God intieme, eerstehands kennis van zijn maaksel. Bovendien kent God niet door op afstand de opties waar te nemen, maar door actief met zijn wijze en goede wil te bepalen wat er gebeurt.
Aan onze kant ligt de toekomst open: we moeten onze weg vinden zonder die volledig te overzien. Aan Gods kant omspant zijn machtige en liefdevolle inzet alle eeuwen. Radicale onzekerheid wordt niet door modellen en maatregelen uitgebannen, maar mag worden aanvaard in vertrouwen.
Dolf te Velde is universitair hoofddocent Systematische Theologie. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen