Mag een vreemdeling in Gods huis komen? | Leerhuis

Nehemia hoort over de slechte toestand in Jeruzalem, Hans Holbein (II), 1538.

Nehemia hoort over de slechte toestand in Jeruzalem, Hans Holbein (II), 1538. Beeld: Rijksmuseum

Ik vervloekte hen, sommige mannen sloeg ik, ik trok de haren uit hun hoofd en ik bezwoer hun bij God: „Waag het niet je dochters aan hun zonen tot vrouw te geven of een van hun dochters voor je zonen of voor jezelf tot vrouw te nemen!” (Nehemia 13:25)

In Nehemia 13:25 reageert Nehemia op het huwelijk van Joden met vrouwen uit andere volken. Volgens deze tekst is het bewaken van de grenzen van het uit ballingschap teruggekeerde volk van levensbelang. Maar er zijn ook andere geluiden, bijvoorbeeld in Jesaja 56:1-8. Ook deze tekst is zeer waarschijnlijk ontstaan na de Babylonische ballingschap, en richt zich tot ongeveer dezelfde hoorders als Ezra en Nehemia. Wat voor beeld schetsen de schrijvers ervan van de ideale gemeenschap rond de tempel?