Rembrandt wist wel raad met Jeremia: een behaarde man, die met wat haastig bij elkaar geraapte kostbaarheden vanuit een grot de verwoesting van Jeruzalem gadeslaat

Wat doe je als God zich als vijand laat zien? Op die vraag wisten de auteurs van het boek Klaagliederen wel antwoord. Na de schokkende beelden in Ezechiël en het zakelijke relaas van 2 Koningen 25 vandaag een derde tekst over de ballingschap, en een derde manier om met dat trauma om te gaan: Klaagliederen, en dan in het bijzonder Klaagliederen 1 en 2.

'Jeremia treurend over de verwoesting van Jeruzalem', door Rembrandt van Rijn.

'Jeremia treurend over de verwoesting van Jeruzalem', door Rembrandt van Rijn. Foto: Rijksmuseum

Traditioneel wordt het boek Klaagliederen toegeschreven aan de profeet Jeremia, de profeet die keer op keer had gewaarschuwd voor de gevolgen van het wangedrag van Juda en vooral haar leiders, en die de val van Jeruzalem zelf had meegemaakt. Rembrandt heeft er een indrukweekend tafereel van geschilderd: Jeremia als behaarde man, die met wat haastig bij elkaar geraapte kostbaarheden vanuit een grot in de buurt de verwoesting van de stad gadeslaat. Alles in zijn houding drukt verslagenheid uit.

Nieuws

menu