Waarom zou je je vader een zwerver noemen? | Leerhuis

Als de priester de mand in ontvangst heeft genomen en die voor het altaar van de HEER, uw God, heeft neergezet, moet u het volgende voor de HEER belijden: ‘Mijn vader was een zwervende Arameeër. Hij trok naar Egypte en woonde daar als vreemdeling met een handvol mensen, maar ze groeiden uit tot een zeer groot en machtig volk. (Deuteronomium 26:4,5, NBV21)

Jakob had zelfs voor een nomade een onrustige levensloop.

Jakob had zelfs voor een nomade een onrustige levensloop. Foto: Shutterstock

‘Mijn vader was een zwervende Arameeër’. Dat is de belijdenis die elke Israëliet bij het offeren van de eerste opbrengst van het beloofde land in het bijzijn van de priester moet uitspreken (Deuteronomium 26:5).