Bevallen is anticiperen, en uiteindelijk gaat het erom dat moeder en kinderen gezond en wel de bevalling doorstaan | Column Esther Nijhuis
Ik had laatst een unicum! In mijn laatste weekenddienst mocht ik zo waar twee tweelingbevallingen meemaken. Voor een gynaecoloog de krenten uit de pap.

Esther Nijhuis is gynaecoloog en seksuoloog bij ziekenhuis Nij Smellinghe in Drachten. Foto: Jilmer Postma
Een tweelingbevalling is heel bijzonder maar ook extra spannend. Je moet met nog meer dingen rekening houden. De ligging van de baby’s bepalen of moeder wel vaginaal kan bevallen. Het eerste kind moet in hoofdligging liggen. Ook de zwangerschapsduur is van belang, want een tweeling komt vaker te vroeg. Bij een vroeggeboorte is het van belang of moeder drager is van een ziekmakende bacterie en of de vliezen langdurig gebroken zijn, want dan zouden de baby’s ziek kunnen worden na de geboorte. Verder is de placenta of moederkoek van belang: hebben ze allebei hun eigen of delen ze er één? En hoe zit het met de groei? Want vaak loopt er één wat achter in groei omdat die een kleinere moederkoek heeft, en dan zou die baby misschien in nood kunnen raken bij de bevalling.