Dit artikel is vandaag gratis

Het Waddengebied krijgt het zwaar, we moeten de menselijke druk tot een minimum beperken | Opinie

Het Waddengebied. Foto: Shutterstock

Er is al veel gezegd over het recente (6e) IPCC rapport, het eerste deel van een drieluik dat de veranderingen in ons klimaatsysteem beschrijft. Maar welke inzichten geeft dit nieuwe rapport over de Wadden, het grootste intergetijdengebied van de wereld?

Het rapport maakt duidelijk dat de door de mens veroorzaakte opwarming nu al merkbaar is. We hebben het klimaat met 1,1 graden Celsius opgewarmd sinds we grootschalig fossiele brandstoffen begonnen te gebruiken, en dat is merkbaar aan de intensiteit van stormen, droogtes, bosbranden, extreme neerslag en een stijgende zeespiegel.

Europa warmt sterker op dan het wereldgemiddelde. In Nederland steeg de temperatuur ruim 2 graden sinds 1901. Wereldwijd zagen we sinds 1980 een verdubbeling van het aantal mariene hittegolven, en sinds 1900 steeg de zeespiegel gemiddeld met 0,2 meter en met een snelheid van 3.2 tot 4.2 mm/jaar tussen 2006 en 2018. Op sommige plaatsen was deze snelheid kleiner, op andere groter.

Zeespiegel

In de toekomst zal de zeespiegel sneller gaan stijgen en ook na 2100 doorgaan, met veranderende kustlijnen en overstromingen tot gevolg. Het rapport geeft aan dat tegen 2100 de zeespiegel waarschijnlijk tussen de circa 0,30 en 1 m zal zijn gestegen, afhankelijk van de globale opwarming. Rond 2150 kan dit oplopen tot 2 meter.

Maar het kan fors meer zijn, als de stabiliteit van de ijsmassa’s op Antarctica en Groenland sterk afneemt. Hoe groot de kans is dat dit gebeurt, valt niet te zeggen, maar in dat geval kan de zeespiegel al in 2100 met 2 meter gestegen zijn en in 2200 met 5 meter. De opwarming van oceaanwater zal minstens verdubbelen, maar kan ook 4 tot 8 keer groter worden aan het einde van deze eeuw.

Zandige kusten zullen kleiner worden, als er geen extra zandaanvoer is of mogelijkheid om landwaarts te verplaatsen. En ook de andere klimaatextremen zullen in frequentie en intensiteit toenemen: nóg warmer, nóg droger, nóg natter, nóg grilliger.

Wadplaten

We zoomen even in op het Waddengebied. De snelheid van de zeespiegelstijging is een belangrijke indicator voor mogelijke effecten. Als een zogenaamde kritische snelheid wordt overschreden, komt er onvoldoende zand het gebied binnen en zullen wadplaten langzaam verdrinken.

In het westelijk deel van het Waddengebied ligt deze kritische grens rond de 6 mm/jaar en in delen van het oostelijk Waddengebied in Nederland ligt dit rond de 10 mm/jaar. De onzekerheden zijn groot: verdrinking van wadplaten kan in het westen ook vanaf 4 mm/jaar gebeuren, en het oosten kan mogelijk ook hogere snelheden aan.

Hoeveel de zeespiegel op lange termijn stijgt hangt sterk af van de opwarming van de aarde en dus de wereldwijde beperking van CO2 emissies. Echter, in alle scenario’s is er een kans dat de regionale zeespiegelstijging boven de kritische grens van het westelijk Waddengebied uitkomt.

Naarmate de opwarming groter wordt, wordt de kans op overschrijding groter en op meer plekken in het Waddengebied. Als het Parijs akkoord niet gehaald wordt, zullen de kritische grenzen van het westelijk gebied vroeg of laat worden overschreden.

Hittegolven

Maar het gaat over meer dan zeespiegelstijging. Hittegolven in de oceaan zijn perioden met uitzonderlijk hoge temperaturen, veroorzaakt door regionale fluctuaties in opwarming en oceaanstromingen. In grote delen van de wereld worden deze geregeld waargenomen en leiden ze tot grote aantasting van ecologische structuren.

Veel van de schade aan koraalriffen, wegtrekkende vispopulaties en veranderingen in de biologische activiteit (waaronder zuurstofproductie) is mede toe te schrijven aan mariene hittegolven. Ook voor de West-Europese regio treden ze af en toe op, en het IPCC rapport geeft aan dat bij toenemende wereldtemperaturen ook hier de frequentie en intensiteit van die hittegolven zal toenemen.

En wereldwijd wordt een toename van de zuurgraad van de oceaan geregistreerd, door de grote hoeveelheid CO2 die er door de oceanen wordt opgenomen. Ook dat geeft een sterk verstorend effect op de ecologische vitaliteit van de oceanen.

Menselijke invloeden

Deze klimaatverschuivingen, en de druk die deze op een bijzonder gebied als de Waddenzee opleveren, komen bovenop de andere menselijke invloeden. Bedrijvigheid in en om het gebied neemt toe, door toerisme, bevissing en de exploitatie van natuurlijke grondstoffen. Die bedrijvigheid gaat gepaard met milieuvervuiling, plastic, enzovoort. Dat maakt het extra belangrijk om alles op alles te zetten om emissies en menselijke druk in dit gebied tot een minimum te beperken.

Los daarvan rijst nu ook de vraag: gegeven de toekomstverwachtingen, met welke maatregelen kunnen we het Waddengebied robuuster maken voor klimaatverandering? Helpt het om meer zand in het systeem te brengen of op te vangen in kwetsbare gebieden? Deel 2 van het 6e IPCC rapport, dat in februari 2022 uitkomt, beschrijft mogelijke adaptatie-oplossingen waar beheerders (ook voor het Waddengebied) mee aan de slag kunnen.

Marjolijn Haasnoot is onderzoeker klimaatadaptatie Deltares en Universiteit Utrecht en IPCC lead author werkgroep 2, Bart van den Hurk is klimaatwetenschapper Deltares en VU en IPCC lead author werkgroep 1.

Dit opiniestuk verscheen op initiatief van de Waddenacademie.

Nieuws

menu