In een rijk land zou toch geen armoede moeten zijn? Maar het basisinkomen biedt niet de oplossing: dat is te mooi om waar te zijn | Analyse
In ons rijke land groeien nog steeds kinderen op in armoede. Dat zouden we toch eigenlijk niet moeten willen. Als we nu iedere volwassene een minimuminkomen geven zijn we dan niet van alle ellende af? Helaas komen we dan onderweg wel wat beren tegen.

Voorstanders voor het invoeren van een basisinkomen verzamelden zich in 2020 op het Museumplein in Amsterdam. Foto: ANP
Het basisinkomen blijft de gemoederen bezig houden. De man die er wellicht het meeste van af weet is Malcolm Torry, die verbonden was aan de Londense School of Economics. Hij beweert dat hij tot zo’n zes jaar geleden alle literatuur over het basisinkomen had gelezen, maar dat sindsdien de omvang zo was toegenomen dat dat niet meer was vol te houden.
Dat was tevens het bewijs dat de aandacht voor een basisinkomen aan het toenemen is. Dat is ongetwijfeld waar en binnenkort verschijnt er bijvoorbeeld in het economenblad Economisch-Statistische Berichten weer een artikel onder de kop ‘Basisinkomen kan budgetneutraal worden ingevoerd’.
Armoede uitbannen
Het idee achter een basisinkomen is dat de armoede in een rijk land eigenlijk moet zijn uitgebannen. Een kwestie van beschaving. Een rijk land bezit een groot vermogen, zowel een sociaal als een fysiek kapitaal en iedere inwoner zou moeten meedelen in het rendement op dat vermogen, als een soort dividend. Toch is er geen enkel land dat een basisinkomen kent en dat is merkwaardig. Wat is er aan de hand?