Praat erover, aan de keukentafel en in de kantine, hoort en zegt het voort, de schaamte moet eraf en we moeten het serieus nemen: online veiligheid | Column Ingrid van de Vegte

Ingrid van de Vegte. Beeld: FD
Best confronterend: ik hoor zelf bij een kwetsbare groep. Daar kwam ik deze week achter. We deden onderzoek naar hoe het gesteld is met de online veiligheid en weerbaarheid van de Friezen. Is er genoeg kennis, nemen mensen maatregelen en hebben ze ervaring met online criminaliteit? Kennis, ja, die is er in redelijke mate, bij jong volwassenen meer dan bij de oudere groepen waar nog wat te winnen is. Maar kennis is nooit genoeg. Want, zoals verwacht, mensen kennen wel de mogelijke risico’s en weten ook van de mogelijke beschermingsmaatregelen, maar gebruiken die kennis vervolgens vaak amper of niet. En ik val dus in die categorie: bewust onbekwaam. Je weet wat er moet maar niet helemaal precies hoe en eigenlijk wil je er niet veel moeite voor doen. Te nonchalant, te gemakzuchtig, teveel haast.
Bij 8 procent is misbruik gemaakt van zijn/haar digitale veiligheid
Dat, terwijl zowel de politieregistraties als onze panelresultaten toename van de cybercriminaliteit laten zien. Er zijn al veel mensen op een of andere manier slachtoffer geweest van onveilige situaties of ronduit criminele acties: één op de acht respondenten in het onderzoek geeft aan daar mee in aanraking te zijn geweest. Financiële criminaliteit wordt veel gemeld, maar liefst 15 procent heeft wel eens te maken gehad met een betaling voor spullen die nooit kwamen. Evenzoveel, ook 15 procent, geeft aan wel eens gehackt te zijn. En 8 procent, niet gering, zegt dat er misbruik is gemaakt van zijn of haar digitale identiteit. Daarbij komt, naast de financiële schade, dat je een flinke deuk in de je vertrouwen oploopt, in de medemens en in het gebruik van digitale tools van instanties.
Het is ook schrikken als je de verhalen van bankmedewerkers hoort. Die hebben dagelijks te maken met mensen die huilend binnenkomen, wiens pas is afgenomen door iemand die wilden ‘helpen’, die zich iets op de mouw hebben laten spelden en daarmee de poort naar hun rekening hebben opengezet, etc. En – al kwam dat weinig in het onderzoek naar boven omdat er geen jongeren onder de 18 jaar deelnamen – er vindt ook veel bedreiging en chantage plaats rond het plaatsen van ongewenste beelden, naaktfoto’s en dergelijke, wat inmiddels algemeen bekend is. Kennis en handelen, verschillende dingen.
Deze informatie zouden we in de reële wereld ook niet delen
We omarmen de gemakken en de mogelijkheden van de online wereld, iets bestellen, cookies accepteren, geen zin in extra wachtwoorden en dubbele handelingen met autorisaties etc. We zien de internetomgeving met alle apps als onderdeel van ons leven, kanalen waarin we informatie afgeven om iets te regelen of te communiceren. Maar we zien te weinig welke wereld we dan instappen. We zetten alle informatie in de openbare etalage. Informatie die we nooit met wildvreemden zouden delen in de reële wereld. Je geeft je pincode, je digid, je banksaldo, je seksuele voorkeuren, naaktfoto’s en wilde meningen niet aan je collega’s, buren of onbekenden op straat. Maar op het internet, in de virtuele wereld doen we dat wel zonder te weten wie dat allemaal ziet of er toegang toe heeft.
We maken onszelf enorm kwetsbaar, onbeschermd, naakt en zijn zo makkelijk te bedotten, te bedreigen, te chanteren, op te lichten en aan te vallen. En als dat gebeurt, zo blijkt ook uit veel onderzoek, dan zijn we beschaamd. Voelen ons dom en weten ook dat we dom zijn. Ook daarom wordt er weinig over gepraat. En voor de politie is het knap ingewikkeld, er wordt maar in 19 procent van de gevallen aangifte gedaan en het is heel moeilijk op te sporen, laat staan te vervolgen. De digitale vogel is al binnen een minuut gevlogen en kan zich overal op de wereld bevinden.
Preventie
Maar wat er dan aan te doen? De digitalisering zal niet stoppen, zelfs de laatste digibeten worden begeleid en verleid om digitaal mee te doen, zij zijn nog kwetsbaarder voor het misbruik en het gevaar. Het enige wat we kunnen is preventie: gedrag aanleren en aanpassen en permanent aandacht vragen voor de risico’s en mensen helpen om zich te beschermen.
Het moet een onderdeel worden van burgerschap, je doet je deur op slot en zet je digitale kanalen dicht. Je zou er altijd op gewezen moeten worden, elke keer als je je online begeeft: heb je de deur op slot gedaan? In een bijeenkomst over het onderzoek met betrokkenen was dat de oproep. Praat erover, aan de keukentafel en in de kantine, hoort en zegt het voort, de schaamte moet eraf en we moeten het serieus nemen. Ik ook, deze column is van de soort zegt het voort.
Ingrid van de Vegte is directeur-bestuurder van het Fries Sociaal Planbureau