Vergrijzing als grote uitdaging voor Fryslân

Het leven is goed in Fryslân, zo concludeerden we recent bij het Fries Sociaal Planbureau (FSP) in de publicatie Leven in Fryslân. In economisch opzicht gaat het in Fryslân wat minder dan in de rest van het land. Het opleidingsniveau is lager, evenals het gemiddelde inkomen, en de werkloosheid is hoger. Toch ervaren veel inwoners het leven in Fryslân als goed en scoort de leefbaarheid hoog.

Wilma de Vries: Het is van belang om mantelzorgers ondersteuning te bieden, zodat zij de zorg kunnen volhouden.

Wilma de Vries: Het is van belang om mantelzorgers ondersteuning te bieden, zodat zij de zorg kunnen volhouden. fd

De sterke sociale samenhang, een hoog geluksgevoel en een woonomgeving met veel groen, rust en ruimte lijken de economische achterstand te compenseren. Kunnen we nu achterover leunen? Nee, vooral de demografische veranderingen zullen de komende tijd aandacht vragen. De tijd van groei is voorbij en de leeftijdssamenstelling van de bevolking verandert doordat er minder jongeren komen en meer ouderen. Vooral de toenemende veroudering van de bevolking zal de nodige consequenties hebben voor de Friese samenleving. In economische en sociale zin, maar ook voor het wonen. De toenemende vergrijzing is voor Fryslân een grote uitdaging voor de komende jaren. Hoe kunnen we hiervan in plaats van een probleem een kans maken?

Fryslân heeft nog nooit zoveel inwoners gehad als op dit moment. Sinds mensenheugenis was een jaarlijkse groei van de Friese bevolking vanzelfsprekend. Deze groei stagneert nu. De vier grote Friese plaatsen – Leeuwarden, Drachten, Sneek en Heerenveen - zijn in de afgelopen tien jaar samen nog met 4 procent gegroeid. Maar sommige regio’s, met name in Noord-Fryslân, hebben de afgelopen jaren te maken gekregen met bevolkingskrimp.

Hoewel deze krimp minder fors is dan aanvankelijk gedacht, betekent dit wel een trendbreuk met het verleden. Volgens de meest recente prognose van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zal in de komende decennia de bevolking in een groot deel van Fryslân krimpen. Tegelijkertijd zet de vergrijzing in Fryslân door. In de afgelopen tien jaar is het aantal 65-plussers in Fryslân met bijna 34.000 toegenomen. Dat is meer dan de totale bevolking van de stad Sneek.

Het is van belang om mantelzorgers ondersteuning te bieden, zodat zij de zorg kunnen volhouden

Vergrijzing ontstaat doordat het geboortecijfer afneemt en de gemiddelde levensduur toeneemt. In Fryslân zijn er bijvoorbeeld door een sterke daling van het aantal geboorten nu 16 procent minder 0- tot 4-jarigen dan tien jaar geleden. Tegelijkertijd leven we steeds langer: mannen worden gemiddeld bijna 80 jaar en vrouwen 83 jaar. De verwachting is dat de gemiddelde leeftijd nog verder zal stijgen als ongezonde leefgewoonten, zoals roken, drinken en ongezond eten, verder teruggedrongen worden. De meest vergrijsde gebieden zijn in Nederland te vinden aan de randen van het land. Na Zeeland, Limburg en Drenthe is Fryslân de provincie met het hoogste percentage 65-plussers.

Komt dit omdat de inwoners hier ouder worden? Nee, het komt vooral omdat in het zogenaamde Randland jongeren vaker wegtrekken vanwege studie en werk. En het zijn de jongeren die voor nakomelingen zorgen. Wat opvalt is dat in de afgelopen tien jaar vooral in de Friese dorpen het aandeel senioren fors is toegenomen, terwijl het aantal gezinnen met kinderen daar juist is gedaald. Hoe kleiner de plaats, hoe groter de toename van het aandeel 65-plussers. In de kleinste dorpen (tot vijfhonderd inwoners) is het aantal senioren zelfs met de helft toegenomen.

Dubbele vergrijzing

Niet alleen komen er in Fryslân meer senioren, maar ze worden ook ouder. Dit noemen we ‘dubbele vergrijzing’. Tot 2030 neemt het aantal 75-plussers sterk toe, omdat de omvangrijke naoorlogse babyboomgeneratie ouder wordt. In 2030 zal een op de zeven inwoners van Fryslân 75-plus zijn.

De toenemende dubbele vergrijzing betekent normaal gesproken een stijgende zorgvraag, omdat met het ouder worden aandoeningen toenemen, zoals dementie, bewegingsproblemen en diverse chronische aandoeningen. Doordat aankomende senioren bewuster met hun gezondheid bezig zijn, is moeilijk te voorspellen in hoeverre de zorgvraag in dezelfde mate toeneemt.

Krappere arbeidsmarkt

De aanzienlijke toename van het aantal senioren en de afname van het aantal jongeren leidt de komende jaren tot een daling van de beroepsbevolking. Hoewel de pensioenleeftijd recent is verhoogd, gaat nog altijd een grote groep werkenden de komende tijd met pensioen. Dit biedt kansen voor jongeren.

In Fryslân was de werkloosheid altijd hoger dan landelijk, maar de (jeugd)werkloosheid is de laatste jaren sterk gedaald. Behalve dat er meer senioren uitstromen, stromen er door de ontgroening ook minder jongeren in. De totale beroepsbevolking neemt daardoor af, waardoor de krapte op de arbeidsmarkt toeneemt. In Zeeland, waar de vergrijzing nog sterker is dan in Fryslân, is dat al enkele jaren het geval. In de sectoren techniek en ICT is momenteel in Fryslân al een tekort aan arbeidskrachten. Ook andere sectoren zullen hiermee te maken krijgen.

Emeritus-hoogleraar historische demografie Theo Engelen stelde onlangs in het Algemeen Dagblad dat de daling van de beroepsbevolking door de vergrijzing niet zo’n probleem is. De verhouding tussen het productieve deel van de bevolking (20-65 jaar) dat geld verdient en het niet-productieve deel (kinderen tot 20 jaar en 65-plussers die afhankelijk zijn van anderen) is nu niet anders dan in de jaren zestig. Toen was het aandeel kinderen veel groter, nu het aandeel ouderen. Ook in Fryslân is dit het geval.

Toch moeten we de impact van de demografische transitie niet bagatelliseren. Het totale beschikbare arbeidspotentieel kan wel toereikend zijn, maar vraag en aanbod moeten wel in evenwicht zijn.

Toenemend beroep op de omgeving

De sociale samenhang of het mienskips -gevoel is in Fryslân van oudsher sterker dan landelijk. We zijn bijvoorbeeld kampioen vrijwilligerswerk. In de participatiesamenleving wordt verwacht dat burgers nog meer voor zichzelf en voor elkaar zorgen. De rol van de overheid in zorg en ondersteuning is kleiner geworden, de rol van mantelzorgers en vrijwilligers groter.

Nu het aantal oudere senioren toeneemt zal deze groep meer zorg en ondersteuning nodig hebben. Zij wonen langer zelfstandig thuis waarbij ze, indien nodig, een toenemend beroep doen op hun sociale netwerk. Het zijn met name de 50- tot 75-jarigen die hulp verlenen. Een groot deel van deze mantelzorgers verleent ondersteuning en zorg aan de oudste en meest kwetsbare ouderen van 85 jaar en ouder.

CBS voorspelt ook bevolkingskrimp voor Leeuwarden na 2035

De bevolking van Leeuwarden zal tot 2035 nog met 2,5 tot 5 procent groeien, maar daarna is er sprake van krimp. Dat voorspellen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de bevolkingsprognoses tot 2050 die vandaag naar buiten worden gebracht.

Nu de groep 85-plussers de komende jaren sterk groeit en het aantal 50- tot 75-jarigen juist afneemt, wordt de druk op deze laatste groep steeds groter. Daar komt bij dat zij langer moeten doorwerken, over het algemeen meer vrijwilligerswerk verrichten en andere bijkomende taken uitvoeren zoals passen op kleinkinderen. Juist deze hulp biedende groep wordt in verhouding kleiner. In 2018 waren er nog gemiddeld veertien potentiële mantelzorgers per 85-plusser, in 2040 is dat aantal naar verwachting gedaald tot zes. Mogelijk ontstaan op dit gebied knelpunten.

Nu mensen ook met een complexere en zwaardere zorgbehoefte langer thuis wonen, wordt er gedurende een langere tijd een beroep op mantelzorgers gedaan. Het is van belang om mantelzorgers ondersteuning te bieden, zodat zij de zorg kunnen volhouden. Dit geldt vooral voor de mantelzorgers in kleine dorpen waar straks een groot deel van de bevolking uit senioren bestaat met een stijgende zorgvraag.

Een andere bron van zorg is de toenemende eenzaamheid. In 2012 was volgens onderzoek van GGD Fryslân 37 procent van de inwoners matig tot ernstig eenzaam, in 2016 was dit toegenomen tot 42 procent. Inwoners van 75 jaar en ouder zijn het vaakst eenzaam. Vooral voor het groeiend aantal ouderen op het platteland ligt eenzaamheid op de loer. Als zij meer aan huis gekluisterd raken als zij niet meer mobiel zijn, omdat zij niet meer auto kunnen rijden of kunnen fietsen.

Geschikte woningen

Het beleid is er op gericht ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen, ook als de zorgvraag toeneemt. Ouderen willen dat dikwijls zelf ook. Was voorheen een verhuizing naar een rust- of bejaardenhuis een min of meer vanzelfsprekende stap, nu blijven senioren langer zelfstandig thuis wonen. Zorg kan immers thuis worden gegeven door mantelzorgers, vrijwilligers en professionals. Pas als ouderen zwaardere en complexere zorg gedurende een langere periode nodig hebben, komen zij in aanmerking voor opname in een zorginstelling.

Het langer thuis wonen van senioren betekent dat het van belang is dat er voldoende geschikte woningen voor hen zijn, bijvoorbeeld gelijkvloers, met een (trap)lift en zonder drempels. Soms zijn aanpassingen nodig van het huis waar de senioren wonen, om het geschikt te maken voor het ouder worden. Niet altijd zijn deze aanpassingen mogelijk. Senioren zullen dan moeten verhuizen naar woningen die wel geschikt voor hen zijn. Gezien de toenemende vraag zullen deze huizen niet altijd op de door senioren gewenste locaties beschikbaar zijn.

Het langer zelfstandig thuis blijven wonen van senioren betekent ook dat hun huidige woningen voorlopig niet op de huizenmarkt worden aangeboden en dus niet vrij komen voor jongere generaties. Woningen van senioren die wel beschikbaar komen, passen lang niet altijd bij de woonwensen van de jongere generatie. Deze woningen zijn over het algemeen groot, vaak minder goed onderhouden, (nog) niet klaar voor de energietransitie, en soms gelegen op minder populaire plekken. Voor jongere generaties zijn deze woningen niet altijd aantrekkelijk, omdat zij nog veel kosten moeten maken om een dergelijke woning bij hun woonwensen te laten aansluiten. In die zin is er een mismatch van het woningaanbod, zeker op termijn.

Voorzieningen

Voor ouderen die problemen krijgen met hun mobiliteit is de aanwezigheid en de bereikbaarheid van voorzieningen belangrijk. In de afgelopen decennia is het aantal voorzieningen, zoals supermarkten en huisartsenpraktijken, vooral in kleine en middelgrote dorpen, gedaald. Uit onderzoek van het FSP blijkt dat dit voor veel dorpsbewoners echter amper problemen oplevert. Velen hebben een auto en zij zijn gewend langere afstanden af te leggen om voorzieningen te bereiken. Voor de inwoners die minder mobiel zijn is het verdwijnen van voorzieningen op het platteland vaak wél een probleem. Dit betreft inwoners met een laag inkomen, die geen auto of elektrische fiets kunnen aanschaffen. Het gaat ook om ouderen die vanwege fysieke of mentale beperkingen geen langere afstanden kunnen afleggen naar voorzieningen.

Voor deze groepen is het de vraag of ze wel in een dorp kunnen blijven wonen als het voorzieningenniveau daalt. Dit kan alleen als er initiatieven ontstaan die ervoor zorgen dat voorzieningen voor minder mobiele bewoners bereikbaar blijven. Ontwikkelingen zoals thuisbezorgdiensten, mobiele en digitale voorzieningen, en in de toekomst de zelfrijdende auto, kunnen mogelijkheden bieden. Maar voor de oudste ouderen is het de vraag of zij zich deze mogelijkheden nog eigen kunnen maken.

Kansen

De toenemende vergrijzing is een grote uitdaging voor Fryslân. De Friese samenleving zal zodanig verbouwd moeten worden dat deze beter past bij de veranderende samenstelling van de bevolking, met minder jongeren en meer ouderen. Een jongere bevolking gebruikt meer onderwijs en speeltuinen, een oudere bevolking meer zorg en ouderenvoorzieningen. Deze verbouwing vergt de nodige inspanning van overheden, burgers, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Belangrijk is wel om Fryslân zo te verbouwen dat zowel jong en oud zich er thuis voelt.

Tegelijkertijd biedt deze verbouwing ook kansen voor innovatie ten aanzien van de werkgelegenheid. Het verwachte tekort aan zorgprofessionals en het afnemend aantal mantelzorgers kan bijvoorbeeld deels worden opgevangen door nieuw te ontwikkelen en passende zorgtechnologie, gericht op mobiliteit, veiligheid, controle en gemak. Verder biedt de vergrijzing ook mogelijkheden voor het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten.

De huidige senioren behoren grotendeels tot de babyboomgeneratie. Deze generatie heeft vaak een wat hoger inkomen en vermogen dan jongere bevolkingsgroepen en de vorige generatie senioren. Zij zijn in die zin een aantrekkelijke markt, zeker op het gebied van vrijetijdsbesteding, maar ook voor (particuliere) zorg en zorgproducten.

Toen ik Culturele Antropologie studeerde leerde ik dat in veel culturen ouderen worden gezien als bron van ervaring en wijsheid. Laten we daar gebruik van maken. Senioren met een goede gezondheid en vitaliteit hebben tijd, kennis en ervaring. Zij vormen een belangrijk reservoir voor vrijwilligerswerk, mantelzorg en burgerinitiatieven.

Vergrijzing wordt vaak als een probleem gezien, maar biedt ook wel degelijk kansen, zowel voor oudere als jongere generaties.