Onderduiker Jaap en bakkersdochter Dirkje hadden in de oorlog 'verkering', gingen toen ieder huns weegs, maar zijn nu na 75 jaar weer een stel

Jack Koppels en Dirkje Veenhuis bij Jack thuis in Schoorl.

Jack Koppels en Dirkje Veenhuis bij Jack thuis in Schoorl. Foto: Martin Mooij

Dit zou het verhaal van Jack Koppels kunnen zijn, een Joods onderduikertje dat in 1942 in Balk belandde. Maar in plaats daarvan is dit het verhaal van Jaap de Boer en Dirkje Veenhuis. Ooit hadden ze ‘verkering’. Maar na de oorlog duwde het leven hen een andere kant uit. Dankzij het project ‘De terugkeer van de Joodse kinderen’ is het sinds 2020 weer ‘aan’. Twee 91-jarigen met een oorlogsverleden én een lat-relatie.

Jack Koppels (1930) is wel een beetje klaar met zijn onderduikverleden. Hij vertelde het in 2020 in een documentaire van Fryslân DOK en een podcast voor Omrop Fryslân. De jongen die dagenlang op zijn step door het Joodse ghetto in Amsterdam rijdt, van ‘s morgens vroeg tot acht uur ‘s avonds ( Sperrzeit ), zijn Jodenster van z’n jas getrokken. Jack ziet wat er gebeurt. De razzia’s, de angst, de schietpartijen, de deportaties.