De voedselrevolutie begint in Sibrandabuorren
Met de komst van de Buurtmarkt is wat betreft Bregje Hamelynck de voedselrevolutie begonnen. De lancering van de voedselcoöperatie werd met een Doarpendiner in Sibrandbuorren afgetrapt.
Zo’n honderd gasten genoten bij het Doarpendiner van onder meer hummus van Kollemer earten met grientecrudité en triedjesfleis fan laam met gegrilde prei. Foto: Niels de Vries
Dankzij de Buurtmarkt-website kan met niet meer dan vijftien mensen elk dorp, wijk of flat een eigen voedselcoöperatie beginnen. Daar kunnen niet alleen producten van eigen lokale boeren worden gekocht maar ook alle andere spullen die je normaal bij de supermarkt haalt, maar dan wel biologisch. ,,En doordat we producten direct van de groothandel betrekken, ben je niet meer kwijt voor je boodschappen dan in de supermarkt”, zegt Hamelynck.
Doordat we producten direct van de groothandel betrekken, ben je niet meer kwijt voor je boodschappen dan in de supermarkt
De lokale voedsel- en boodschappencoöperatie maakt niet alleen biologische producten bereikbaar voor iedere portemonnee, op deze manier wordt ook het monopolie van de supermarkten en grote inkooporganisaties doorbroken. ,,Het voedsel- en inkoopsysteem in Nederland is zo ingericht dat boeren slechts een fractie krijgen voor hun producten in vergelijking met de supermarktprijzen. Met een lokaal georiënteerde voedselcoöperatie creëren we een alternatief waarbij de boer wel reële prijzen krijgt.”
Minder kwetsbaar
Boeren die ook voor de lokale markt produceren zijn bovendien veel minder kwetsbaar. ,,Kijk maar hoe het ging tijdens coronacrisis. Boeren bleven met enorme partijen frietaardappelen zitten die uiteindelijk eindigden als veevoer. Die boeren sluiten contracten af met de aardappelindustrie en kunnen als het tegenzit geen kant op. Waarom niet de risico’s spreiden en naast aardappelen ook andere producten telen voor de lokale markt?”
Waarom niet de risico’s spreiden en naast aardappelen ook andere producten telen voor de lokale markt?
Die noodzaak tot risicospreiding wordt volgens Hamelynck door steeds meer boeren ingezien. ,,We geven cursussen om productietuinen voor de lokale markt op te zetten. De helft van de cursisten is melkveehouder. Die denken erover het als tweede tak er bij te doen.”
Us Hôf
Hamelynck is zelf boer en runt met haar man Michel Pauluis de permacultuurtuin Us Hôf in Sibranda-buorren. Met hun bedrijf voorzien ze een paar honderd mensen acht maanden per jaar van verse groenten. De Buurtmarkt is een uitvloeisel van de voedselcoöperatie Us Iten, die al een tijdje met succes in het dorp draait. De ontwikkeling van de website die de basis vormt van de Buurmarkt nam bijna drie jaar in beslag. De site draait al een paar maanden bij de koepel van Vlaamse voedselcoöperaties waarmee is samengewerkt. ,,Het is een website geworden van bol.com-kwaliteit. Het kostte zo’n drie ton, maar het is een heel gebruiksvriendelijk site.”
Afhaalpunt
Het principe is simpel. Leden van de coöperatie bestellen hun producten en kunnen die in het dorpshuis of ander afhaalpunt ophalen. Bij toerbeurt zorgen de leden dat de bestellingen per klant worden gereedgezet. ,,Eens in de zes weken mag je als coöperatielid winkeltje spelen. Maar mensen vinden het zeker geen corvee. Het geeft de voedselcoöperatie een meerwaarde. Je ontmoet heel veel nieuwe mensen uit je omgeving. De uitdeelpost is echt een sociale ontmoetingsplaats.”
Je ontmoet heel veel nieuwe mensen uit je omgeving. De uitdeelpost is echt een sociale ontmoetingsplaats
Hamelynck erkent dat de Buurtwinkel een concurrent kan worden van de dorpssupermarkt. ,,Elke Buurtmarkt heeft dankzij de website vanaf dag één het complete assortiment van de supermarkt. De plaatselijke super is misschien niet blij. Maar dat ben ik ook niet als boer als je door inkoopmonopolies van supermarkten voor bodemprijzen moet leveren. Nederland telt 60.000 boeren die van zes inkopers voor supermarkten afhankelijk zijn. Wij kunnen nu direct met onze klanten handelen.”
Moeizaam
Pogingen om lokale producten bij supermarkten in de buurt te verkopen verliepen volgens Hamelynck altijd moeizaam. Dat lijkt bevestigd te worden door de teloorgang van afzetcoöperatie De Proefschuur. Die probeerde op Voorne Putten een voet tussen de supermarktdeuren te krijgen, maar moest onlangs de handdoek in de ring gooien.
Supermarkthegemonie
Door zelf de verkoop in de hand te nemen denkt Hamelynck wel de supermartkhegemonie te kunnen doorbreken. Of een Buurtmarkt alleen biologische producten verkoopt of ook voedsel zonder keurmerk, maken de leden van een coöperatie zelf uit. ,,Wij werken volledig biologisch, maar hebben geen keurmerk omdat dat veel te duur is. Het is ook niet nodig, want onze klanten kennen ons en weten hoe we werken. Dat is bij producten die van ver weg komen anders.”
Wij werken volledig biologisch, maar hebben geen keurmerk omdat dat veel te duur is
De lokale voedselcoöperatie betekent volgens Hamelynck ook geen concurrentie voor lokale voedselinitiatieven als Hofweb en De Streekboer. ,,Hofweb brengt boodschappen bij mensen thuis en De Streekboer werkt met afhaalpunten zonder dat je als klant hoeft mee te werken. We werken met ze samen om een regionaal distributiesysteem op te zetten. Zo voorkom je dat er drie keer een busje bij een boer het erf oprijdt om spullen op te halen.”
Het initiatief is nu nog een druppel op de gloeiende plaat. Maar het concept heeft potentie. In Fryslân staan vijf coöperaties in de startblokken. ,,Nu is het voor boeren nog lastig een vuist te maken tegen de supermarkten. Maar als zo’n 20 procent van het voedsel direct van de boer naar de klant gaat heb je een veel betere onderhandelingspositie.”