Het Bûtenfjild ligt nog steeds klaar voor de toerist

Nu is het wachten op een toeristenstroom richting Bûtenfjild schreef het Friesch Dagblad drie jaar geleden rond de feestelijk opening van de elektrische sloepenvaarroute bij Feanwâlden. Tijd voor een kijkje.

De elektrische sloepenvaarroute bij Feanwâlden

De elektrische sloepenvaarroute bij Feanwâlden Foto: Hanneke Schmeink

Die toeristenstroom is er na drie jaar nog niet gekomen, geeft Hanneke Schmeink, een van de ontwikkelaars van het project, toe. Maar toch blijft ze vol vertrouwen in de toekomst van het natuurgebied tussen Feanwâlden, Ryp-tsjerk en De Westereen. ,,De tijd was er nog niet rijp voor. De mensen in de streek hebben zelf ook weinig met elektrisch varen. Maar toen ik aan het project begon, vond ik dat de regio met dit gebied goud in handen had, en dat vind ik nog steeds. Je kunt hier prachtig varen, wandelen en fietsen. En zoals de elektrische auto aan een opmars bezig is, gebeurt dat ook met de boot.”

Zelfs als we, op deze wat regenachtige dag, met een fluisterbootje door de Lodde Hel varen, spat het enthousiasme bij haar voor het gebied er af. ,,Nergens kun je in Fryslân zo schitterend de wolkenvelden in het water zien weerspiegelen.”

De afspraak voor de vaartocht werd drie jaar geleden gemaakt, want die tijd moest het project Bûtenfjild Wetterwâlden gegund worden om zich te kunnen ontwikkelen, vond Schmeink. Ze bleek te optimistisch. ,,Niet alles is goed gegaan”, concludeert ze . ,,De sluisjes van de electric-only route waren veel te vaak stuk, mede door vandalisme. De routeborden en aanlegsteigers om de vaarders de kans te geven in het gebied te recreëren komen nu pas. Verder heeft de lokale bevolking het elektrisch varen niet omarmd en de politiek heeft dat ook niet gestimuleerd. Verbieden om mensen met pake’s pruttel te laten varen moet je niet willen. Laat iedereen die nu een 4-takt heeft er tot zijn dood toe in varen. Maar geef dan wel, wie nu een bootje of nieuwe motor aanschaft, subsidie voor een elektrische.”

Het Bûtenfjild is echt een schitterend gebied geworden in de afgelopen jaren

Het was de korte elektrische route door de vaart Mûzeryd dat de Europese subsidie voor het 2,8 miljoen kostend project losmaakte. Het verbond niet alleen het Bûten-fjild met Leeuwarden, er ontstond zo ook een sloepenroute van Leeuwarden naar het Lauwersmeer.

Schmeink zag het al helemaal voor zich. Sloepeigenaren van de Leeuwarder villawijk Zuiderburen die op een zonnige zondag de sloep losmaakten om richting Bûtenfjild te varen waar niet alleen van de rust konden genieten maar ook van een hapje en drankje bij de plaatselijke horeca. De Leeuwarders hebben het schitterende gebied in hun achtertuin echter nog niet ontdekt.

De twee sluisjes zijn daar volgens Jittie Mozes van Jachthaven ’t Eibertsnêst in De Westereen debet aan. ,,Per sluisje kost je dat een half uur. Dat is lang als je even een stukje wil varen.” Dat de sluis met de hand bediend moet worden werkt volgens haar ook niet mee. Vooral het wiel om het water op peil te draaien vraagt conditie. ,,Er zou eigenlijk ook een AED moeten hangen zeiden we wel eens in een overleg met mede-ondernemers.”

Een elektrische sluis als de Anita Andriesensluis bij de Alde Leije lijkt haar een beter optie, al kon ze niet aangeven hoe lang daar de passage duurt.

De proef op de som

We namen met ons vaartochtje de proef op de som bij het eerste sluisje. Dit keer hing er geen briefje dat de sluis buiten gebruik was. Een doorvaart kost inderdaad een half uurtje. ,,Dat is toch niet veel langer dan bij veel andere bediende sluisjes” merkt Schmeink op. ,,En het is toch een route om te onthaasten?”

Het draaiwiel voor het waterpeil blijkt echter killing. ,,Dat is geen doen. Die moet of worden aangepast of elektrisch worden gemaakt”, is haar oordeel.

De provincie heeft goed nieuws. Kregen de sluisdeuren al een nieuwe, lichtere bediening, overleg tussen provincie en de gemeentes Tytsjerksteradiel en Dantumadiel leidde tot plannen om de bediening van de sluis te elektrificeren.

Mozes heeft drie jaar geleden met de komst van de electric-only route een acht persoons elektrische sloep aangeschaft. Maar ze stuurt haar gasten liever niet door het Mûzeryd richting Leeuwarden. Niet alleen is de sluisbediening zwaar, ook ligt er te veel troep en groen in het water. ,,We hebben al een paar keer de boot van gestrande vaarders moeten ophalen. De schroef was door de rotzooi vastgelopen.”

Groeiende belangstelling

Toch heeft ze geen spijt van de investering in de sloep. ,,In het begin kozen de mensen vooral voor een dieselsloep. Maar de laatste tijd groeit de belangstelling voor elektrisch varen. Mensen vragen er met het oog op duurzaamheid expliciet naar. De boot is nu een week lang verhuurd aan toeristen die het gebied willen ontdekken.”

Ook bij Riek Everts van hotel en eetcafé ’t Dûke Lûk in Feanwâldsterwâl kunnen de sluisjes weinig goeds doen, zo vertelt hij als we na ons tochtje op het terras wat drinken. En zolang de door de provincie beloofde steigers en routeborden er nog niet zijn, zit hij ook niet op hordes toeristen te wachten, of ze nu uit Leeuwarden komen of van buiten de provincie. ,,Bûtenfjild Wetterwâlden gaat niet alleen om het varen maar ook om het gebied rond het water te ontdekken. Dan moet je wel plekken hebben om een bootje aan te meren.”

Friese kuiers: Liefelijke weerspiegelingen in het water

Het is gek hoe een brein soms werkt. Het woordje 'rottig' in de naam 'Rottige Meente' hield mij altijd onbewust tegen om eens een kijkje te nemen in dit natuurreservaat. Stom. Deze uitloper van het veel grotere natuurreservaat de Weerribben in Overijssel blijkt een verborgen Friese parel te zijn.

De watertoerist die met een sloep uit Leeuwarden bij ’t Dûke Lûk aankomt heeft geen aanlegmogelijkheden. ,,De aanlegsteiger heeft net genoeg plek voor onze eigen boten. Ik ga pas investeren in aanlegplekken als het project ook wordt afgerond. Eerder heeft het geen zin.” Voorlopig is hij tevreden met de klandizie van de mensen uit de nabije omgeving. ,,Ik zit niet te wachten op stromen toeristen. Het is hier een prachtig rustige omgeving waar de omwonenden van het gebied graag van genieten.”

Gezien haar achternaam niet zo vreemd, maar Jittie Mozes vindt dat ondernemers uit de regio ook de hand in eigen boezem moeten steken. ,,Je zag het ook bij de Lits-Lauwersmeerroute, de route die de Friese meren en het Lauwersmeer en de plaatsen Drachten en Dokkum met elkaar verbindt. Die werd met veel bombarie geopend maar daarna gebeurde er niets. De provincie heeft alles aangelegd en nu is het aan ons ondernemers er wat van te maken. Dat hebben we tot nu toe veel te weinig gedaan.”

Een mooie kaart

Ze ziet nu wel een kentering. ,,Vlak voor de coronacrisis hadden we de draad weer opgepakt het gebied meer op de kaart te zetten. Drie jaar geleden hadden we een mooie kaart ontwikkeld met de routes, activiteiten, horecagelegenheden en bezienswaardigheden. Die vond al best goed aftrek. We gaan de kaart nu updaten en geven er themaroutes op aan. Zo komt er een streekmerkenroute, een historische route, kanoroutes, de Trynwaldenroute, een paardenroute, een vergezichtenroute, genoeg variatie lijkt me.”

Net als de eigenaar van ’t Dûke Lûk zit ook Mozes niet te wachten op een meute toeristen. Maar juist door de enorme variatie aan recreatiemogelijkheden kan het gebied best veel mensen aan zonder dat de recreant de indruk heeft dat het druk is. ,,Je kunt fietsen, wandelen, varen, paardrijden. Als iedereen tegelijk in een kano stapt, wordt het inderdaad te druk. Maar er is hier zoveel variatie. Het is ook echt een schitterend gebied geworden in de afgelopen jaren. Als kind vond ik het niets als beppe ons door het Bûtenfjild stuurde. Die kale vlakte stond me tegen. Maar nu is het heel mooi geworden. Dat hoor ik ook van onze campergasten als ze er geweest zijn.”

‘Zo werkt het niet’

Al bleef de toeristenstroom uit, het is de afgelopen paar jaar wel drukker geworden in het gebied. Dat merkt ook Herre Boskma, eigenaar van camping De Zilveren Maan. Hij wordt ook altijd opgetrommeld als het sluisje bij De Westereen open moet. Zijn verwachting dat het met de nieuwe route zeker tien keer zo druk zou worden, is niet bewaarheid. ,,De gemeente Tytsjerksteradiel en Dantumadiel dachten ‘we leggen sluizen aan en een verdiepte vaargeul en dan komt het wel’. Maar zo werkt het niet. Er zouden ook nog aanwijsborden komen, vaargeulen worden uitgezet en betonning aangelegd.

Al is het niet tien keer zo druk geworden, Boskma moet wel twee keer zo vaak uitrukken om het sluisje te bedienen. En ook constateert hij dat er meer wandelaars en fietsers het gebied hebben ontdekt. ,,De regio heeft aan bekendheid gewonnen en dat is ook belangrijk.”

Die grotere bekendheid van het gebied was ook een van de achterliggende doelen van de vaarroute, vertelt Schmeink. ,,Het is kortzichtig om te denken, we hebben 2,8 miljoen in het gebied geïnvesteerd en nu gaan we dat snel terugverdienen. Het gaat om een totaalplaatje. Met de vaarroute, een goed fietsnetwerk en wandelpaden ontsluit je het gebied en creëer je een aantrekkelijk vaarnetwerk in Noordoost-Fryslân. Het zal nooit zo’n toeristenmagneet worden als de Friese meren. Maar het heeft wel potentie. Je ziet nu in de coronatijd dat mensen in hun eigen omgeving buiten vertier zoeken. Dat raakt de Prinsentuin in Leeuwarden al gauw overbezet. Dan is het toch een uitkomst dat je op een steenworp afstand van de stad een prachtig gebied hebt waar wel ruimte genoeg is?”

Opmars van elektrisch varen

Diezelfde coronacrisis heeft er wel voor gezorgd dat ondanks een groeiende populariteit van elektrisch varen, vooral onder jongeren de vraag naar oude tweedehands bootjes steeg, vertelt Schmeink als we weer terug richting ’t Dûke Lûk varen. ,,Veel ‘end-of-life’ cruisertjes die al op weg naar de staalovens in IJmuiden waren zijn bij wijze van spreken weer rechtsomkeert gegaan. Vooral bij jongeren, die geen geld hebben voor een elektrische boot, gaan die tweedehands bootjes als zoete broodjes over de toonbank. Maar als die op blauwe diesel varen past dat prima in de transitiefase.

Dat neemt volgens haar niet weg dat elektrisch varen toeneemt. ,,De opmars van elektrisch rijden loopt ook door in elektrisch varen. Op de bootshow Hiswa te Water was een groot elektrisch varen plein. Consumenten worden bewuster, ook rond hun vakantie.”

Uiteindelijk zal ook in dit deel van Fryslân elektrisch varen normaal worden blijft haar verwachting. ,,Het kwartje moet vallen. Dat is in Amsterdam ook gebeurd na een verbod op tweetaktbootjes. Booteigenaren ontdekten naast veel stiller en schoner varen, nog een voordeel van elektrisch varen. Buitenboordmotoren zijn geliefd roversgoed. Maar een elektrisch motortje is zo licht dat je hem makkelijk mee naar huis kunt nemen.”

En voor de kosten hoeven de mensen het volgens haar niet te laten. ,,Je mag hier toch niet snel varen dus ben je voor een motortje voor twee- driehonderd euro klaar. Het is voor de gemeenten bij wijze van spreken goedkoper alle omwonenden met een bootje een elektrische motor te geven dan handhavers aan te stellen om te controleren of er inderdaad geen dieselbootjes de electric-only route pakken. Een verkeerde naam trouwens merkte ik later. Er waren kanoërs en suppers die zich afvroegen of zij er wel gebruik van mochten maken.”

Nieuws

menu