Het Friese landschap ligt er versleten bij
Met de zonneweides, windmolens en roep om meer woningen komt er de komende jaren heel veel op Fryslân af, verwacht Wiebe Bouma van Landschapsbeheer Friesland ,,Laten we niet dezelfde fouten maken als in de jaren tachtig en negentig.”
Kwartiermaker-directeur Wiebe Bouma van Landschapsbeheer Friesland. ,,Zorg voor een landschap waar mensen met plezier vanuit het dorp een ommetje kunnen maken of een rondje fietsen.” Foto: Jilmer Postma
Net een maand aan het werk als kwartiermaker-directeur van Landschapsbeheer Friesland valt Bouma met de neus in de boter. Komende woensdag besluiten Provinciale Staten over het Programma Landschap, waarin de provincie aangeeft hoe ze het Friese landschap denkt te behouden, ook met de komst van zonneweides en woningen.
Maar volgens Bouma is behouden niet voldoende. ,,Er is in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw zo veel uit het Friese landschap verdwenen en aangetast dat er ook nog veel hersteld moet worden.”
Slijtage van het landschap noemt hij het verschijnsel waarbij door schaalvergroting van de landbouw, uitbreiding van dorpen en aanleg van wegen karakteristieke onderdelen van het Friese landschap zijn aangetast. Veel houtwallen, zandpaden en beekdalen zijn op diverse plekken niet meer terug te vinden in het landschap.
Zorg voor een landschap waar mensen zich gelukkig voelen
Voor hem hoeven we niet terug naar een Ot en Sien-landschap, maar het landschap zo verkwanselen als de afgelopen decennia gebeurde is het andere uiterste. ,,Zo’n zonnepark als in een beekdal bij Oosterwolde! Daar zijn de provincie en de gemeente Ooststellingwerf achteraf geloof ik zelf ook van geschrokken. Maar dan is het leed al geschied.”
Het lijkt een repeterende breuk in Nederland. Er duiken grote fabrieksdozen op langs rijkswegen en enorme schuren en sleufsilo’s op het platteland. Als het landschap dan is geruïneerd en de herkenbaarheid is verdwenen, bedenkt men dat dat toch niet de bedoeling was. Overheden moeten sturender optreden. Nu gebeuren er te vaak zaken waar we achteraf spijt van hebben.”
Sintrale As
Bouma ziet her en der voorbeelden waar wel met oog voor het landschap is gebouwd. ,,Je kunt denken wat je wilt over de Sintrale As, maar die is wel landschappelijk ingepast en er is aan natuur- en landschapsherstel gedaan in die regio.”
Maar dat Gedeputeerde Staten in het Landschapsplan aangeeft niet aan landschapsherstel te willen doen omdat dat te veel geld kost, vindt hij verbazingwekkend. ,,Er zijn honderden miljoenen euro’s in de aanleg van wegen als de Sintrale As en de Haak om Leeuwarden gestopt. We vragen echt geen twintig miljoen, wat de provincie inschat dat landschapsherstel gaat kosten. Met een miljoen per jaar kunnen we al heel veel doen. Met zo’n toezegging is een veelvoud binnen te halen uit andere potjes, zoals Europese subsidies. Dat geld wil je toch niet laten liggen?”
De provincie #Fryslân heeft een voorlopige stop gezet op nieuwe zonneweides. Toch gaan er op termijn veel bijkomen. Bij de aanleg moet de biodiversiteit uitgangspunt zijn, vindt @hansvanderwerf van @fmf_frl . https://t.co/YOSglkyqFk
— Friesch Dagblad (@frieschdagblad) March 18, 2021
Bouma pleit ervoor de stem van het landschap veel meer mee te laten klinken bij allerlei bouwplannen. ,,We schermen er graag mee dat Fryslân de mooiste provincie van Nederland is. Dat predicaat is al weer tien jaar oud en ik vraag me af in hoeverre dat terecht was. De afgelopen decennia zijn allerlei oude kenmerkende landschapslijnen verdwenen. Daarmee verdween de leesbaarheid van het landschap.”
Door de hele provincie verdwenen karakteristieke landschapselementen als houtwallen en kavelsloten. Maar vooral het Lege Midden van Fryslân en het aangrenzende deel van Súdwest-Fryslân hebben volgens hem veel te lijden gehad. ,,Daar liggen de weilanden erbij als enorme biljartlakens. Maar nog zijn er mensen die dat mooi vinden.”
Herstel
Gelukkig ziet hij ook voorbeelden van herstel. ,,Dankzij de agrarische natuurvereniging Noardlike Fryske Wâlden zie je in Noordoost-Fryslân weer meer boomwallen. Maar dat zijn de gunstige uitzonderingen.”
Het noordoosten van de provincie is volgens hem sowieso een gebied waar de slijtage nog niet enorm heeft toegeslagen. Maar ook in een gemeente als Noardeast-Fryslân klinkt een steeds luidere roep om huizen te bouwen voor de jeugd. ,,Dat snap ik wel, maar plak alsjeblieft geen nieuwbouwwijkje aan een karakte-ristiek dorp. Wijs een paar grotere kernen aan waar gebouwd kan worden en kies eerst voor inbreiden.”
Het argument dat nieuwbouw de jeugd vasthoudt, gelooft hij niet. ,,De meesten willen toch rond hun achttiende een tijd naar de grote stad. Je ziet wel dertigers terugkeren naar hun geboortestreek. Daar moet je wel op inspelen.”
Beter dan te streven de mooiste provincie te zijn kan Fryslân zich volgens hem richten op een provincie waar mensen prettig kunnen wonen, leven en werken. ,,Zorg voor een landschap waar mensen zich gelukkig voelen. Waar ze met plezier vanuit het dorp een ommetje kunnen maken of een rondje fietsen. En waar de oude landschapselementen nog zichtbaar zijn als een band met het verleden.”