De Lelylijn maakt kans op een miljoenensubsidie van Europese Unie

De beoogde Lelylijn ingetekend op de kaart van Noord-Nederland. Foto: Peter Halbersma
Bestuurlijk Noord-Nederland droomt al jaren van een spoorverbinding tussen Groningen en de Randstad met stops in Drachten, Heerenveen en Emmeloord. Die zou de reistijd tussen het Noorden en de Randstad fors kunnen bekorten. Nu moeten reizigers uit of naar de Randstad nog omreizen over Meppel en Zwolle. Die verbinding is ook nog gevoelig voor panne en vertraging.
De Lelylijn gaat deel uitmaken van het zogeheten uitgebreide TEN-T-netwerk van de EU, als het Europees Parlement daar - zoals verwacht - mee instemt. Wel kan het nog een jaar duren voor dat helemaal rond is. Op hoeveel Europees geld de lijn, die voorlopig is begroot op minstens 6 miljard euro, vervolgens kan rekenen staat nog niet vast. Brussel zou voor zulke projecten de helft van de kosten voor planstudies willen dragen.
Gedeputeerde Avine Fokkens (VVD) is optimistisch dat de Lelylijn er echt gaat komen. ,,Het besef groeit dat de Lelylijn een heel belangrijk middel is voor de leefbaarheid van het Noorden. Maar het is wel een kwestie van een lange adem”, reageert de gedeputeerde. ,,In de tussentijd blijven we oog houden hoe Fryslân bereikbaar blijft per trein. Ook al ligt de Lelylijn er over een aantal jaren, dan blijft de huidige spoorlijn liggen. Er komt een tweede toegangspoort naar het Noorden toe, zodat Fryslân beter bereikbaar wordt en we met name jonge mensen hier kunnen houden.”
Sinterklaascadeau
Staatssecretaris Vivianne Heijnen hoopt de spoorverbinding na dit ,,mooie sinterklaascadeau” nu bevorderd te krijgen tot het ‘kernnetwerk’ van TEN-T. Dat kan nog veel meer subsidie opleveren, want het gros van de Europese spoormiljarden gaat naar dat hoofdnet. De EU zou dan 30 procent van de totale kosten op zich kunnen nemen. Ook Fokkens hoopt op dat ‘stapje hoger’: ,,Dat zou nóg mooier zijn.”
Daarvoor moet Heijnen wel Duitsland aan boord zien te krijgen, zegt ze. De Lelylijn zou bijvoorbeeld deel kunnen gaan uitmaken van een langere treinverbinding naar het oosten. Ze gaat ,,binnenkort” weer met haar Duitse collega in gesprek ,,om ervoor te zorgen dat we ook daar enthousiasme krijgen”. En ,,uiteraard zal ik ook de komende tijd gebruiken om bij Nederlandse europarlementariërs erop aan te dringen dit ook bij Duitse collega’s hoog op de agenda te krijgen”.