Nabestaanden mogen kamer dierbare niet zelf opruimen
Als een dierbare komt te overlijden, kan het opruimen van de kamer voor nabestaanden een troostrijke vorm van rouwverwerking zijn. Maar in tijden van corona is dat er in verzorgingshuizen niet meer bij. ,,Het is heel vreemd, maar het is echt nodig.”
Woensdag werkten de verhuizers voor het eerst in speciale beschermende kleding met mondkapjes. Foto: FD
Sinds 19 maart mogen bewoners van verpleeghuizen geen bezoek meer ontvangen, behalve op beperkte schaal in de laatste levensfase. Is een bewoner overleden, dan mogen nabestaanden ook niet helpen bij het opruimen en leeg maken van de kamer, ongeacht de doodsoorzaak van de overledene. Ze komen er niet meer in.
Als er een kamer vrijgemaakt moet worden na een sterfgeval, laten zorginstellingen als Noorderbreedte en Alliade het verhuisbedrijf Bandsma Bultje uit Leeuwarden inschakelen. ,,Wij doen al jaren veel verhuizingen in zorginstellingen. Locatiemanagers kennen ons en wij kennen de locaties”, zegt Erik Wolthuizen van het verhuisbedrijf.
Geen contact
Met de coronacrisis is het verhuiswerk daar helemaal veranderd, vooral in het contact met de nabestaanden. ,,Tijdens de verhuizing hebben we helemaal geen contact met hen. Ze zijn er niet bij en we kennen de families op dat moment dus ook niet.”
Het bedrijf neemt de spullen uit de kamer van de overledene mee naar de eigen opslag en bewaart ze daar. Op een later moment kan de familie daar komen kijken wat ze met de spullen wil.
Niet gemakkelijk
Het is een onwennige gang van zaken, zegt Wolters. ,,Voor de familie is het ontzettend raar dat het zo gaat. Stuitend, eigenlijk. Maar het is het beste zo. Het is goed dat zorginstellingen dit vragen, al is het voor nabestaanden niet gemakkelijk.”
De verhuizers volgen een speciaal protocol om tijdens de coronacrisis zo veilig mogelijk te werk te gaan, zowel bij particuliere verhuizingen als bij die in zorginstellingen. ,,Er komen niet meer dan twee verhuizers in één wagen, zodat ze onderling afstand kunnen houden in de cabine. Is er een derde man nodig, dan komt die in een tweede verhuiswagen.”
Verder is het ook tijdens het werk zaak om anderhalve meter afstand te houden. ,,Door extra hulpmiddelen mee te nemen, kan een heleboel op karretjes en zo vervoerd worden, waardoor je niet samen hoeft te sjouwen. Maar moet er een wasmachine de trap af, dan ontkom je er even niet aan”, zegt Wolthuizen. Wel hebben de verhuizers extra desinfectiemiddelen bij zich.
Beschermende kleding
Woensdag werkten de verhuizers tijdens het opruimen van een kamer in een verzorgingshuis Erasmus in Leeuwarden voor het eerst in speciale beschermende kleding met mondkapjes. Dat was nodig omdat de leeg te maken kamer van een (mogelijk) besmette patiënt was geweest. De zorginstelling leverde de pakken en kapjes. Het reinigen van de kamers is vervolgens de taak van een schoonmaakbedrijf waar de zorginstelling eveneens strakke afspraken mee heeft gemaakt.
Voor de verhuizers is het werk ,,goed te doen”, zegt Wolthuizen. ,,Maar voor de jongens geeft het verhuizen in deze tijden wel een bepaalde spanning. Doordat we doorwerken, lopen we natuurlijk toch een verhoogd risico, hoe klein dat door de strikte protocollen ook is. Komen ze een snotterende klant tegen, dan zijn ze daar meteen heel alert op. Daar dacht je vroeger niet aan. We zijn erop gebrand om fit te blijven, zodat we ook kunnen doorgaan met verhuiswerk in de zorgcentra. Want dan kunnen we nabestaanden ten minste de spullen van hun dierbaren teruggeven.”