Nieuwe molen moet Tzum vanaf 2022 weer geld opleveren
Al vier jaar moet Tzum het zonder opbrengsten van de dorpsmolen doen. Maar als alles meezit, stroomt het geld dankzij een nieuwe molen vanaf 2022 weer binnen.
Pleitbezorgers Aart Dijkstra en Govert Geldof van de nieuwe dorpsmolen in Tzum. Foto: Hoge Noorden / Jacob Van Essen
Dat er een nieuwe molen komt, is voor de leefbaarheid voor Tzum en omgeving fantastisch. Toch gaat het volgens Govert Geldof, voorzitter van energiecoöperatie Tzummer Organisatie voor Energie in de Regio (TOER), hierbij niet alleen om het geld dat de molen opbrengt. ,,We hebben de afgelopen jaren enorm veel werk verzet. Je werd er soms moedeloos van. Maar zo’n project zorgt voor verbondenheid in het dorp, iets wat juist in coronatijd zo belangrijk is. Heel veel vrijwilligers steken zonder geldelijke beloning uren in dit project. We hebben 25 energie-ambassadeurs, vrijwilligers die deur aan deur langsgaan om bewoners op het belang van de dorpsmolen te wijzen. Het zorgt voor solidariteit in een gemeenschap.”
De vijfhonderd leden die de coöperatie nodig heeft om voor de postcoderoosregeling in aanmerking te komen, zijn al bijna binnen. Lidmaatschap kost geen cent en levert jaarlijks een winstuitkering van tussen de zestig tot tachtig euro. Toch leeft er bij veel mensen volgens Geldof zoveel achterdocht jegens de overheid dat ze geen lid willen worden. ,,Ze vrezen dat de regeling waar wij nu gebruik van maken, snel overboord gaat. Dat is de afgelopen jaren inderdaad bij veel regelingen rond duurzame energie gebeurd.”
Het gaat erom een duurzame maatschappij te ontwikkelen waar mensen er toe doen
Ook de postcoderoosregeling waar TOER gebruik van maakt, is al de zoveelste versie van een regeling waar de afgelopen jaren veel kritiek op was. ,,We moesten steeds onze businesscase erop aanpassen.”
De huidige regeling die per 1 januari dit jaar inging, is minder scheutig dan de oudere. Kregen deelnemers toen een korting van twaalf cent op de energiebelasting, nu krijgt de coöperatie acht cent subsidie per opgewekte kWh. ,,Eerst zou dat zelfs maar zes cent zijn, maar dat was net zo veel als onze kosten per kWh. Dan hadden we het project afgeblazen.”
Hoeveel een molen financieel voor een dorp kan betekenen, blijkt uit wat de Wyntjessnijer, zoals de oude molen heette, opbracht. Die draaide van 1994 tot 2016. Via stichting MAST (Miljeu en Aktiviteiten Stipe Tsjom) werd in die periode 270.000 euro van de winst uitgekeerd aan lokale initiatieven. Dankzij het spaarpotje gingen die giften zelfs na de sloop van de molen door.
Crowdfund
Wat er nu nog in dat potje zit, wordt gebruikt voor de financiering van de nieuwe molen van 1,2 miljoen euro. De bank, diverse regelingen en de provincie dragen ook bij aan de financiering. ,,En misschien komt er nog een crowdfundactie.”
Zodra de nieuwe molen draait, gaat een deel van de winst van de energiecoöperatie naar MAST. Die bepaalt, net als voorheen, naar welke projecten het geld gaat. ,,Dat zijn projecten die uit het hele postcoderoosgebied kunnen worden aangedragen dus ook uit Harlingen of Franeker. Maar een kwart gaat sowieso gaat naar Dorpsbelangen Tzum.”
Lokale initiatieven als de dorpsmolen bieden volgens Geldof kansen voor een energietransitie waar wel draagvlak voor is. ,,Je ziet steeds meer grote projectontwikkelaars die overal zonneweides en windmolenparken neerplempen en enorme hoeveelheden subsidiegelden opstrijken. Op zo’n manier verdwijnt het draagvlak voor duurzame energie rap. Laten we stoppen de energietransitie terug te brengen tot hoeveelheid opgewekte kWh of euro’s opbrengst. Het gaat erom een duurzame maatschappij te ontwikkelen waar mensen er weer toe doen.”
Weerstand tegen de nieuwe molen was er volgens hem nauwelijks. ,,De vorige verdween in april 2016. Als het aan het dorp had gelegen, had er een maand later een nieuwe gestaan. Maar het provinciebeleid was toen niet gunstig voor dorpsmolens.”
Concurreren met juristen
Dat is inmiddels een beetje veranderd. Tzum had de molen met een tiphoogte van 45 meter zelfs mogen vervangen voor een exemplaar van honderd meter. Na overleg met omwonenden is er gekozen voor een molen van één MW en een tiphoogte van 75 meter. ,,Dat was een formaat dat kon en binnen het gebied past.”
Had Geldof achteraf geweten hoeveel pijn en moeite het plaatsen van de nieuwe molen zou kosten, dan had hij zich wel een paar keer bedacht. ,,Je moet als klein lokaal initiatief concurreren met grote megalomane projecten van ontwikkelaars gesteund door een groep gespecialiseerde juristen. En wat de slachtoffers van de toeslagenaffaire ondervonden, merkten wij ook: de overheid en andere instellingen handelen vanuit wantrouwen. Zo hebben we als TOER nog steeds geen simpele betaalrekening omdat de banken van ons bewijs verlangden dat we geen geld witwassen via de dorpsmolen. Zo liepen we constant tegen allerlei zaken aan. Je mist bij veel instanties menselijk inlevingsvermogen.”