Rutte geeft toe: het kabinet faalde in Groningen bij het verstrekken van de verduurzamingssubsidie

Minister-president Mark Rutte in de Enquetezaal van de Tweede Kamer tijdens een openbaar verhoor van de parlementaire enquetecommissie aardgaswinning Groningen. Foto: ANP
Op de dag dat het nieuwe kabinet vorig jaar aantrad, stonden duizenden Groningers urenlang in de rij voor de subsidie – vaak tevergeefs. Commissaris van de Koning in Groningen René Paas had de onderhandelaars van het nieuwe kabinet al gewaarschuwd dat het beschikbare bedrag te laag was.
Paas waarschuwde eerder ook al eens, en er waren meer signalen dat er onvoldoende geld beschikbaar was. Dat gaven voormalig minister Stef Blok (Economische Zaken) en de huidige staatssecretaris van Mijnbouw Hans Vijlbrief ook al toe tijdens hun verhoren.
Rutte zegt zich „de ogen uit mijn kop” te schamen omdat het kabinet de subsidiepot alsnog niet op tijd had aangevuld. Hij spreekt van falen. Uiteindelijk is er wel extra geld bij gekomen.
Subsidieloterij
Voor Groningers voelde de ‘subsidieloterij’ als een schoffering van de regio. Terwijl het nieuwe kabinet zich juist ten doel had gesteld het vertrouwen in de politiek in die provincie te herstellen. „Dit helpt niet, integendeel”, erkende Rutte donderdag tijdens zijn urenlange verhoor door de parlementaire enquêtecommissie die de aardgaswinning in Groningen onderzoekt.
Rutte benadrukte in zijn verhoor dat de veiligheid van de Groningers nog nauwelijks op de radar stond toen hij in 2010 aantrad als premier. Dat veranderde volgens hem pas na de zware beving bij Huizinge in 2012 en een daarop volgend rapport van het Staatstoezicht op de Mijnen, waarin een verlaging van de gaswinning werd geadviseerd.
In die jaren zag Rutte „dat de aardgaswinning van iets dat prachtig leek in de jaren zestig, stap voor stap begint te veranderen in een nachtmerrie”. Maar dat de recordhoge gas- winning in 2013, het jaar na ‘Huizinge’ „bizar hoog” was, realiseerde hij zich naar eigen zeggen pas in 2018.