Verdwenen zorgen: Wat is er toch gebeurd met de neutronenbom?

Deze serie van het Friesch Dagblad gaat over zaken waarover mensen zich ooit veel zorgen maakten, maar waar je nu weinig van hoort. Bepaalde klimaatdreigingen, ziekten, atoombommen. Waar zijn die problemen gebleven? Vandaag de derde aflevering: de neutronenbom.

Op de Dam in Amsterdam verrees in oktober 1977 een kraampje waar voorbijgangers hun handtekening konden zetten tegen de neutronenbom.

Op de Dam in Amsterdam verrees in oktober 1977 een kraampje waar voorbijgangers hun handtekening konden zetten tegen de neutronenbom. Foto: ANP

Op 28 november 2010 overleed op 89-jarige leeftijd de natuurkundige Samuel Theodore Cohen, de uitvinder van de neutronenbom, die tijdens de Tweede Wereldoorlog al had meegewerkt aan de atoombom die op Nagasaki werd gegooid. Cohen ontwikkelde de neutronenbom in 1958. Het is een soort waterstofbom die zo in elkaar zit dat een groot deel van de energie vrijkomt in de vorm van neutronenstraling. De hoeveelheid radioactiviteit die vrijkomt, blijft klein. Het wapen doodt mensen, maar brengt relatief weinig schade toe aan gebouwen.

Vietnamoorlog

Cohen noemde de neutronenbom ,,het meest doordachte en meest moreel aanvaardbare wapen dat ooit is uitgevonden”. Hij lichtte zijn stelling als volgt toe: ,,Het is het enige kernwapen waarmee het zin heeft oorlog te voeren. Als de oorlog voorbij is, is de wereld nog ongerept.” Het bleek halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw dat veel mensen het niet eens met hem waren waar het de ,,morele aanvaardbaarheid” betreft.

Tijdens de Vietnamoorlog pleitte Cohen ook al voor het inzetten van neutronenbommen omdat dit veel Amerikaanse levens zou kunnen sparen. Maar veel Amerikaanse politici verzetten zich fel tegen de strategie van Cohen, die daarom ook niet werd toegepast. De Amerikaanse president Jimmy Carter zag op ‘morele gronden’ van de neutronenbom af. Cohen wist echter de latere president Ronald Reagan van het nut van de neutronenbom te overtuigen en er zijn naar verluidt in die periode in het geheim zevenhonderd van gemaakt: 350 om te worden afgeschoten met kanonnen en 350 raketkoppen om te worden gelanceerd met de Lance-raket. Ze werden echter nooit ingezet en de maatschappelijk weerzin ertegen bleef enorm. Ze werden uiteindelijk ontmanteld en er is nooit meer iets van gehoord.

Hoe werkt een neutronenbom? Als hij ontploft laat hij veel neutronenstraling ontsnappen in plaats van die zo veel mogelijk binnen de bom te houden om de kettingreactie te versterken. Daardoor is de explosiekracht relatief klein, maar de ontsnapte neutronen hebben een heel sterk doordringend vermogen en kunnen daardoor in de omgeving veel schade berokkenen aan levende materie en elektronica. Het is heel moeilijk om daar een effectieve bescherming voor te vinden.

Aanvalswapen

Neutronenbommen zijn geschikt als aanvalswapen tegen gepantserde troepen. De bepantsering van tanks kan sterke explosies te weerstaan, maar houdt neutronenstraling niet tegen. Tijdens de Koude Oorlog, en met name begin jaren zeventig van de vorige eeuw werd door de NAVO gedacht dat het wapen uiterst nuttig kon zijn in de strijd tegen het door de Sovjets geleidde Warschaupact. Dat beschikte over zeer grote en relatief moderne gepantserde legers, die door de NAVO heel erg werden gevreesd. Deze tanks konden in geval van een landoorlog naar men dacht relatief makkelijk en snel doorstoten over de Noord-Duitse laagvlakte naar het westen en in korte tijd de Noordzee en de Atlantische Oceaan bereiken.

Een neutronenbom zou ook een prima wapen zijn tegen de raketten van het Warschaupact

Maar met een neutronenbom van 1 kiloton wordt de bemanning van bijvoorbeeld een T-72-tank op een afstand van zevenhonderd meter uitgeschakeld. Dit is veel verder dan de 360 meter die een gewone atoombom kan bereiken. Van die T-720-tank was trouwens in de jaren zeventig in het Westen niet veel bekend, maar men vermoedde wel dat hij grote snelheid, vuurkracht en zeer sterke bepantsering had. Een neutronenbom zou ook een prima wapen zijn tegen de raketten van het Warschaupact, omdat de straling de elektronica van de besturing ervan kapot maakt. Trouwens, zo’n bom van 1 kiloton zou bij ontploffing in de directe omgeving ook veel gebouwen vernietigen. De bewering dat een neutronenbom de bebouwing laat staan moet dus wel enigszins worden genuanceerd.

Neutronenbom

Het massale volksprotest tegen de neutronenbom begon in Nederland. Hier richtte de communistische partij CPN in 1977 de actiegroep Stop de Neutronenbom op, die brede steun van de Nederlandse bevolking kreeg. De groep zamelde meer dan een miljoen handtekeningen tegen het wapen in en organiseerde een internationale estafette ertegen. De actiegroep liet vrachtautoladingen gele posters drukken met het opschrift Stop de Neutronenbom. In april 1978 waren er al 400.000 van verspreid. Dat vormde ook een bron van inkomsten. De posters werden voor één gulden per stuk verkocht, maar er werden er ook heel veel gratis weggegeven. De posters verschenen achter tienduizenden ramen.

In samenwerking met zusterpartijen in Europa werd de actie eveneens internationaal gevoerd. In maart 1978 werd een demonstratie in Amsterdam gehouden waaraan 50.000 mensen meededen. Ook de PvdA richtte een club op tegen de neutronenbom. Binnen de kerken en het CDA waren eveneens veel mensen tegen het wapen. Zo trad de christendemocratische minister van Defensie Roelof Kruisinga in 1978 af, omdat hij zich naar eigen zeggen niet kon verenigen met de ontwikkeling van de neutronenbom. De beweging tegen de neutronenbom verbreedde zich al snel tot een grote anti-kernwapenbeweging van ver-schillende clubs waarin naast politieke partijen ook organisaties als Pax Christi, het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) en vakbond FNV actief waren.

Pikant

Pikant is dat het Comité Stop de Neutronenbom op instigatie van Moskou werd opgericht. Het Kremlin zag de strategische bedreiging die van de neutronenbom uitging. De actie werd financieel in belangrijke mate vanuit de DDR gesteund. Uit onderzoek van historica Beatrice de Graaf bleek dat er circa 140.000 gulden vanuit Oost-Berlijn naar het Comité is overgemaakt. Dit is trouwens later ontkend door de belangrijkste betrokkenen.

Nieuws

menu