Vuurwerk verbieden? Verandering van gedrag vraagt tijd
Politie, hulpverleners, artsen en gemeenten roepen de regering op om snel werk te maken van een vuurwerkverbod. Maar consumentenpsycholoog Patrick Wessels vindt een verbod te vroeg en te betuttelend. ,,Dit moet met kleine stapjes, anders werkt het niet.”
De eerste klanten komen hun bestellingen ophalen bij vuurwerkhandel de Rijswijkse Vuurwerkhal. ANP BART MAAT
Kom je aan mijn vuurwerk, dan kom je aan mij. Dat was zo ongeveer de houding van een groep Duindorpers na het besluit van de gemeente Den Haag om de vreugdevuren dit jaar te verbieden. Het is maar de vraag of dit besluit de jaarwisseling er uiteindelijk veiliger op maakt. In de afgelopen weken zijn in en rond Duindorp meer dan tweehonderd ondergrondse afvalcontainers in brand gestoken. Begin deze maand werd vuurwerkbom onder een ME-busje geplaatst. Volgens waarnemend burgemeester Johan Remkes was dit niets minder dan ,,een poging tot doodslag” op politieagenten.
Het zelf af mogen steken van vuurwerk rond de jaarwisseling is een privilege dat sommige Nederlanders zich niet zomaar af laten pakken. Op zich is dat gevoel van privilege nergens op gebaseerd, want zo’n lange vuurwerktraditie kent Nederland niet. Het afsteken van consumentenvuurwerk is iets wat pas in de jaren zeventig van de vorige eeuw begon. Nergens op de wereld – ook niet in de ons omringende landen - wordt zoveel vuurwerk door consumenten afgestoken als hier.
Patrick Wessels
Patrick Wessels heeft zich als psycholoog toegelegd op consumentengedrag in het algemeen. Wat beweegt consumenten om bepaalde dingen aan te schaffen? Welk gevoel geeft ze dat? De miljoenenuitgaven van consumenten aan vuurwerk intrigeren hem in het bijzonder. ,,Vuurwerk kopen en afsteken roept bij consumenten een grote emotie op. Dat komt ook omdat het maar een paar dagen per jaar verkocht wordt. De aantrekkingskracht wordt daardoor alleen nog maar groter. Aangezien vuurwerk op mij niet zo’n grote aantrekkingskracht heeft, ben ik op zoek waarom dat bij andere wel zo is.”
Vorig jaar werd er rond de jaarwisseling voor 70 miljoen euro afgestoken. Dat was 2 miljoen euro meer dan in 2017. In 2016 gaven we 65 miljoen euro aan vuurwerk uit. Dit bleek uit een raming van ING onder ruim 47 duizend Nederlanders. Het onderzoek liet ook zien dat steeds minder Nederlanders vuurwerk kopen, maar dat de kleine groep vuurwerkliefhebbers wel steeds meer geld uitgeeft.
Verkeerd beeld
Wessels herkent dat beeld. ,,De kleine groep voorstanders van vuurwerk denkt dat heel Nederland ook voor vuurwerk is. Maar in werkelijkheid neemt het aantal mensen dat vuurwerk afsteekt af. Jongeren zijn zelfs steeds minder overtuigd van het belang van zelf vuurwerk afsteken. Maar dat is niet de wereld waarin de groep voorstanders zich beweegt. Die denkt echt op te komen voor het algemene publieke belang.”
De groep voorstanders van vuurwerk is ook weer in subgroepen in te delen. Om het simpel te houden onderscheidt Wessels twee groepen: ,,De groep hardcore vuurwerkliefhebbers bij wie je echt niet binnenkomt met nuances over de risico’s van vuurwerk. En de groep volgers. Die laatste groep is het meest interessant als je gedragsverandering wilt bereiken.”
Opinie: Fryslân, neem het voortouw tegen vuurwerk. ,,De wijze waarop we nu met vuurwerk omgaan is wat mij betreft onbegrijpelijk" https://t.co/SUUgQXNfLk
— Friesch Dagblad (@frieschdagblad) January 8, 2019
Want in een harde vuist op tafel ziet Wessels niks. ,,Dat zie je in Den Haag en dan vooral in Scheveningen en Duindorp. Daar zetten mensen de hakken in het zand omdat hun de vuurwerkstapels worden afgenomen. Ze voelen zich aangetast in hun autonomie.” Niet dat hij geen begrip heeft voor de maatregelen in Den Haag nadat de vreugdevuren in Scheveningen zo uit de hand liepen.
Geen enkele Friese gemeente waagde zich aan een vuurwerkverbod. Veel Friese gemeentevoorlichters antwoordden op vragen over een vuurwerkverbod ,,dat die behoefte hier niet speelt”. Het aantal vuurwerkvrije zones was in heel Fryslân vorig jaar negen. Dit jaar zal dat naar verwachting iets meer zijn.
Liever wachten gemeenten op een landelijk politiek besluit. Een woordvoerder van de gemeente Súdwest-Fryslân formuleerde het vorig jaar desgevraagd als volgt: ,,Helaas durft deze regering (en de Tweede Kamer) het advies voor een vuurwerkverbod niet over te nemen. In plaats daarvan wordt de verantwoordelijkheid doorgeschoven naar de gemeenten. Dit zien wij graag anders.” Een woordvoerder van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zei: ,,Het vuurwerkverbod overlaten aan gemeenten leidt tot een complexe en onoverzichtelijke situatie.”
Mij overkomt het niet
Al die boodschappen van bovenaf die in deze tijd van het jaar als waarschuwing naar het publiek gezonden wordt, ziet Wessels niet als een stimulerende factor om echt iets te veranderen. ,,De oogarts met het oogletsel is voor veel mensen een ver-van-hun-bedshow. Mensen denken uit zichzelf: dat overkomt mij niet. Dit wordt door psychologen de optimism bias genoemd. Daarom komt de boodschap ‘je bent een rund als je met vuurwerk stunt’ ook niet binnen.”
Het is dus zaak om de meeloopgroep te bereiken. ,,Je moet je afvragen naar wie deze groep met een schuin oog kijkt. Door wie laten zij zich beïnvloeden? Ik heb daar geen pasklaar antwoord op. Kort gezegd kunnen we stellen dat veel fanatieke vuurwerkliefhebbers man zijn en ongeveer tussen de vijftien en vijftig jaar oud. Het afsteken van vuurwerk geeft ze een gevoel van vrijheid en autonomie. Verder moet je de sociale functie van vuurwerk in deze groepen niet onderschatten. Wie vuurwerk afsteekt, toont lef. Er kleven natuurlijk risico’s aan. Als het dan lukt, geeft dat een beloning. Je kunt er in een groep zelfs je status mee bepalen. Kijk eens wat ik kan. Je wordt bevestigd en sociaal gewaardeerd als je meedoet. Dat zijn bekende menselijke behoeften.”
Helaas durft deze regering het advies voor een verbod niet over te nemen. In plaats daarvan wordt verantwoordelijkheid doorgeschoven naar de gemeenten
Om dat gedrag te veranderen, is tijd nodig, denkt Wessels. De vergelijking met de succesvolle antirooklobby gaat maar deels op, vindt hij. ,,Elementen die wel kunnen werken met vuurwerk, is dat er bij de antirooklobby sprake was van een breed gedragen ontmoedigingscampagne. De sigaret werd duurder, de asbakken in de treinen verdwenen, er kwamen rookhokken in horecagelegenheden en daarna moest het op straat. Uit publieke gebouwen werd het roken helemaal verbannen. Dat zie ik bij het vuurwerk ook wel als een kansrijke aanpak op de langere termijn: het duurder maken, minder verkooppunten toestaan en vuurwerkvrije zones invoeren.”
Volgens politiewoordvoerder Fred Kammenga ging het om professioneel vuurwerk dat illegaal was verkregen en op een verkeerde wijze was afgestoken. ,,Alleen een gecertificeerde pyrotechnicus zou zulk vuurwerk mogen afsteken.” https://t.co/2JeT6jSoM6
— Friesch Dagblad (@frieschdagblad) January 3, 2019
Meer effect verwacht Wessels van influencers , mensen die de ‘meeloopgroep’ kunnen aanspreken. ,,Dit is beïnvloeding via marketing. Als ik zou weten wie deze mensen kunnen zijn, had ik het al lang uitgevoerd. Maar het zouden bijvoorbeeld bekende vloggers, sporters of mensen uit het lokale verenigingsleven kunnen zijn die vertellen waarom zij liever zelf geen vuurwerk afsteken.”
Langzame verschuiving
Verder ziet Wessels vooral veel verschillen met de antirooklobby. ,,Allereerst: de discussie over roken speelt 365 dagen per jaar, terwijl we maar een paar weken over vuurwerk praten. Verder speelt het gezondheidsverhaal bij vuurwerk niet zoals bij roken.” Argumenten die wel langzaam aan terrein winnen, zijn er volgens Wessels echter ook. ,,Sommige mensen zijn gevoelig voor dierenwelzijn. Een ander deel denkt wel eens na over de milieueffecten van vuurwerk. Het zet nog weinig zoden aan de dijk, maar het verschuift wel iets.”
Wessels ziet bij ander consumentengedrag ook parallellen met het vuurwerk, zoals duurzame kleding kopen of minder vlees eten. ,,Duurzame kleding is nu nog echt iets van de geitenwollensokkenclub. Maar ik zie dat dit heel langzaam verandert. De groep die iets vindt van goedkope shirts van discutabele makelij groeit gestaag. Modeontwerpers hebben de omslag al langer gemaakt, maar fashionvloggers en modejournalisten doen dit ook.”
,,En bij het minderen met vlees zie je dat tv-koks worden ingezet. Die komen de huiskamers in van de grote groep die best openstaat voor minder vlees eten, maar het nog niet doet. Het doel is niet om mensen volledig vegetarisch te laten eten, maar om de grote groep vleeseters ervan te doordringen dat het best wel eens zonder vlees kan. Dat werkt, juist omdat de boodschap vrijblijvend is.”
Dat lijken misschien kleine stapjes, maar het zijn volgens Wessels wel stapjes vooruit. Die stapjes heeft hij de laatste jaren ook al rond het vuurwerkconsumentisme gezien. ,,Je ziet nu overal vuurwerkbrillen in de schappen liggen. Dat was vijf jaar geleden nog niet zo. Verder wordt er nu standaard een afsteeklont bij knalvuurwerk verkocht en je ziet steeds meer vuurwerkstandaards.”
Kleine stappen maken samen een grote stap, vindt Wessels. Daarom moet het doel wat hem betreft niet zijn: een algeheel vuurwerkverbod, maar zou een lagere uitgave aan vuurwerk in 2020 wel een haalbaar doel zijn. ,, Als we in 2020 voor het eerst minder uitgeven aan vuurwerk, of als er minder vuurwerkslachtoffers vallen, zijn dat ook stappen vooruit.”